Communicatie noodzakelijk bij calamiteiten werken door Vlaanderen !

In de commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement ondervroegen Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo en twee collega-parlementsleden bevoegd minister Lydia Peeters over het giftig afval dat door De Vlaamse Waterweg in de Schelde in Kruibeke werd geloosd, wat ontdekt werd door het duidingsprogramma “Pano” dat hieraan een reportage wijdde op 31 augustus 2022.

Op de vragen van De Roo en zijn collega’s antwoordde de minister dat de stortplaats - die eigendom is van nv Sterhoek, voorheen de nv Argex -  deels door De Vlaamse Waterweg wordt uitgebaat als een vergunde stortplaats voor niet-gevaarlijke afvalstoffen, in casus bagger- en ruimingsspecie.

De Vlaamse Waterweg stort daar dus bodem- en baggerspecie, en die specie moet aan een aantal criteria voldoen. Er worden systematisch controles en testen op uitgevoerd door een onafhankelijke milieucoördinator.

In de Panoreportage van 31 augustus 2022 kwam aan bod dat er op 31 maart 2022 een pv werd opgemaakt lastens De Vlaamse Waterweg, en dat dat ook werd overgemaakt aan het parket van Oost-Vlaanderen. De minister noch de raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg waren daarvan op de hoogte.

Op 1 september ontbood de minister het management van De Vlaamse Waterweg naar het kabinet om hun standpunt over de feiten te kennen.

Om de gezondheid van de omwonenden niet in het gedrang te brengen, heeft de minister op 1 september 2022 de stortwerken op de site laten stilleggen tot er meer duidelijkheid was omtrent enerzijds de volksgezondheid en anderzijds het veilig verder kunnen storten op die locatie. De volksgezondheid moet namelijk te allen tijde primeren, aldus de minister.

De werken werden uit voorzorg stopgezet. Tevens werd wetenschappelijk advies van externe experts ingewonnen. De professoren Ronny Blust en Patrick Meire, beide hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, kwamen tot de conclusie dat de impact van de lozing op vlak van zowel de volksgezondheid als het ecosysteem zeer beperkt tot nihil is. De expertenanalyse wees dus uit dat het lozingswater, waar uranium en kobalt in zat, geen gevaar inhoudt, noch voor de mens, noch voor het leefmilieu.

Op basis van deze bevindingen vond op 26 september een overleg plaats met de afdeling Handhaving en vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), over het verslag van de experten. Beide administraties hebben nadien duidelijk de boodschap meegeven dat zij geen bezwaar hadden om de werken herop te starten.

De Vlaamse Waterweg vraagt een gewijzigde vergunning aan om in regel te zijn met hetgeen ze lozen via die afwateringsprocedure. De procedure van de milieuvergunning is nog lopende.

Het management van De Vlaamse Waterweg zal de kwaliteit van het lozingswater blijven monitoren, en ook continu blijven rapporteren aan alle betrokken instanties. Maar de volksgezondheid zou niet in gevaar zijn.

Stijn De Roo: “Over dit voorval had onmiddellijk moeten gecommuniceerd worden met de bevoegde minister.

In de PFOS-commissie werd vastgesteld dat zowel tussen als binnen administraties een vlotte informatiedoorstroming nodig is, zeker wanneer er bedreiging is voor de volksgezondheid.

Er moet over gewaakt worden dat voor Vlaamse instanties of instanties die werken in opdracht van Vlaanderen, de vergunningen in orde zijn. Ingeval van calamiteiten of onvoorziene omstandigheden, moet de informatiedoorstroming zo snel mogelijk gebeuren, niet alleen intern, maar ook extern richting buurtbewoners.”

Het volledige verslag van  vraag vindt u hier.