Wat de afgelopen weken in de Brugse Poort is gebeurd, raakt veel Gentenaars. Sommigen zijn boos, anderen verrast of minder verrast en velen teleurgesteld. Onder die teleurgestelden uiteraard de buurtbewoners. Dat hun mooie levendige wijk met actieve buurtwerking en rijke geschiedenis wordt misbruikt door drugs- en andere criminelen doet pijn. Als CD&V betreuren we dit samen met hen en staan we pal achter politie en parket om criminelen op te sporen en snel en gepast te bestraffen. Ik wil dan ook nu al onze waardering uitdrukken voor het doortastende werk van onze flikken op het veld.
Maar we mogen uiteraard niet blind zijn voor de redenen waarom criminelen bepaalde wijken in onze stad uitkiezen als werkterrein. Overlast trekt kleine criminaliteit aan en kleine criminaliteit trekt dan weer zwaardere criminaliteit aan, daar zijn de experts het over eens. Dat fenomeen begint dus vaak klein, maar kan wijken van binnen uit aantasten.
In onze stad zijn we gelukkig zo ver nog niet, maar we moeten uiteraard alert zijn. Alert voor de signalen die een voedingsbodem kunnen zijn voor criminele activiteiten. Ik denk dan aan vandalisme, diefstal, sluikstorten en straatracen. Het zijn activiteiten die voor heel wat ongemak en onbegrip zorgen.
Wie even in de archieven van onze nationale pers duikt, ziet dat dergelijke signalen er ook waren in steden en wijken die vandaag helaas steeds vaker voor meer ernstige zaken het nieuws halen.
Collega’s, Wat ik wil zeggen: Gent is geen eiland in de wereld. Wat in de Brugse Poort en andere wijken van onze stad broeit, is helaas geen nieuw fenomeen. We moeten dan ook leren uit wat goed en minder goed ging in binnen- en buitenland. Voorbeelden zowel voor de aanpak van criminele activiteiten als het herwaarderen van volledige buurten. In eigen land zijn die reeds te vinden in Limburg, Antwerpen en het Brusselse.
· In Limburg pakken ze kleine criminaliteit nu reeds langer dan een jaar aan met het zogeheten Project M. Vandalen, dealers, vechtersbazen en dieven krijgen binnen een maand na de feiten een gepaste straf of gaan in dialoog met slachtoffers door een doorgedreven samenwerking tussen lokale politie onder eenzelfde dak. Een maand is 80 procent korter dan een normale doorloopperiode van feit tot straf. Daders krijgen lik op stuk en slachtoffers hebben minder gevoel van straffeloosheid.
· In de Brusselse rand is er als sinds enkele jaren het Kanaalplan. Een plan om uitdagingen als bevolkingsexplosie, economische ontwikkeling, onderwijs , mobiliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte aan te gaan. Later werd het Kanaalplan nog uitgebreid in de strijd tegen zware misdaad en terreur, mét resultaat volgens de lokale burgemeesters.
· In het Antwerpse heb je het Stroomplan. Een plan waar politie en parket samen de strijd aangaan met criminele winsten die in de illegale economie worden gepompt en zo mede verantwoordelijk voor het feit dat bepaalde wijken in de stad minder leefbaar zijn geworden.
· Maar ook in Mechelen en verder van huis in het Duitse Duisburg en het Deense Aarhus zijn er ruim beschreven projecten beschikbaar over de aanpak en opwaardering van kwetsbare wijken
Er zijn dus tal van voorbeelden en inspiratiebronnen te vinden, maar er is één rode draad: experts zijn her erover eens dat enkel een coherent overkoepelend beleid werkt op lange termijn, een beleid dat niet stopt bij symptoombestrijding en dus niet stopt bij aanwezigheid van politie in de wijk, maar een mix is van preventie, reactie, repressie en nazorg. Geen carrousel van gesubsidieerde korte projecten, maar één duidelijk daadkrachtig project met voldoende budget.
Collega’s, de problemen in de Brugse Poort moeten dus coherent en in zijn geheel worden aangepakt om verschil te maken. We staan als CD&V-fractie daarom achter de voorgestelde aanpak van het stadbestuur. Want die gaat verder dan de in de pers aangehaalde controles. Het Stadsbestuur engageert zich om verder in te zetten op de opwaardering van de hele wijk, en dit bottom-up in nauwe samenspraak met de bewoners. Daarnaast wordt er ook stevig opgetreden tegen sluikstorters en straatracers, twee van de verontrustende signalen die ik reeds aanhaalde. Dit alles moet zorgen dat de bewoners van de wijk opnieuw het gevoel hebben dat ze hun wijk opnieuw in handen hebben en kansen krijgen om te werken aan een positief imago.
Maar daar stopt het werk niet. De problemen waar de Brugse Poort tegen vecht, duiken ook op in andere wijken in de negentiende-eeuwse gordel van onze stad. Zo kwamen er vanuit het Rabot, Ledeberg en de Dampoort gelijkaardige signalen kort na de gebeurtenissen in de Brugse Poort. Burgers die klagen over overlast, jeugdwerkers die hun jongeren uit hun handen zien glippen en ouders die verontrust zijn over de verkeersveiligheid in hun buurt.
Daarom is een overkoepelende aanpak zo broodnodig, ook in onze stad. Elke wijk is anders, maar de problematieken zijn vaak dezelfde: afval, verkeerscriminaliteit, vandalisme en andere overlast. Enkel door duidelijk te stellen aan vandalen, dealers, straatracers … “Niet in onze stad!” zullen we resultaten boeken. Doen we dit niet, dan dreigen kleine en grotere criminelen de ene wijk in te ruilen voor de andere. Dat kan en mag nooit de bedoeling zijn.
Collega’s, zo’n coherent en overkoepelend beleid kan er enkel komen in samenspraak met de buurt. Wijken als de Brugse Poort en het Rabot beschikken veelal over een actieve buurtwerking en een middenveld waar velen jaloers op kunnen zijn. Want ondanks de problemen willen wij deze buurten niet bestempelen als ontoegankelijk of onleefbaar. Integendeel, weinig buurten in onze stad zijn zo levendig. De buurtbewoners ontmoeten elkaar vaker op straat en in parken en dat brengt ook een troef met zich mee. Buurtbewoners kennen elkaar en de wijk. Zij weten dan ook het snelst waar en hoe het precies fout loopt. We moeten naar de bewoners en de talrijke buurtorganisaties luisteren en op regelmatige basis terugkoppelen met geboekte resultaten. We hebben hun boodschap de afgelopen dagen duidelijk gehoord en moeten onderzoeken hoe we de beschikbare middelen eerlijk en efficiënt inzetten. Die organisaties die nu al resultaten boeken, verdienen onze maximale steun. Zo maken we van hen een duurzame partner.
We zijn ervan overtuigd dat veel buurtbewoners en organisaties met veel plezier hun schouders onder een ambitieus plan zetten, samen met de stad. Een plan dat menselijk is. Een plan dat zuurstof geeft aan mensen met goede bedoelingen en grenzen stelt aan zij die onze wijken verzuren. Laat ons niet wachten en de koe bij de horens vatten om van alle Gentse wijken warme en verbonden wijken te maken waar het fijn en veilig samenleven is.
Onze fractie kijkt dan ook uit naar de uitrol van een coherent project met en pakket van maatregelen in verschillende wijken in onze stad. Maatregelen die aandacht geven aan de problemen, maar ook de krachten van de wijken en buurten erkennen en ze in hun voordeel gebruiken. Zo werken we samen aan een alliantie van mensen en organisaties die het goed voorhebben met onze stad en haar vele wijken. Met onze fractie zijn we er alvast van overtuigd: díe alliantie zal het halen van zij de boel verzieken.