Beste collega’s,

Een goed openbaar vervoer, dat willen we allemaal. Ons openbaar vervoer draagt bij aan de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de maatschappelijke deelname in onze stad. Als CD&V-fractie vinden we een debat over de toekomst van ons openbaar vervoer dan ook zeer belangrijk.

Openbaar vervoer gaat natuurlijk breder dan wat ofwel De Lijn ofwel NMBS in het huidig aanbod heeft. Openbaar vervoer stopt immers niet aan de halte, maar wel op ieders vertrekpunt, de tussenbestemmingen en de eindbestemming. Er zijn vier hoofdaccenten die wij vanuit de CD&V-fractie willen leggen zijn in onze stad:

  1. Méér zeggenschap voor Gent in de investeringen en de exploitatie van het openbaar vervoer. We hebben daarom al meermaals gepleit voor een eigen stadsregionaal vervoersbedrijf.
  2. Versneld werk maken van de verdere vertramming.
  3. Een echt voorstadsnet waarbij de lokale treinstations zoals Wondelgem, Drongen en Gentbrugge volwaardig deel uitmaken van het openbaartransportnet. De spoorlijn 204 tussen Gent en Zelzate is daar een belangrijk onderdeel van.
  4. Bijkomende treinstations creëren voor de Muide en The Loop.

Maar, collega’s, aanleiding van dit debat op deze gemeenteraad is natuurlijk het plan van de vervoerregioraad Gent, dat de toekomst van De Lijn in en rond onze stad zal bepalen. Dus laat mij toe om daarop te focussen.

In het Vlaams Regeerakkoord van 2014-2019 stond dat het openbaar vervoer aantrekkelijker moest worden. Het concept basismobiliteit moet evolueren naar basisbereikbaarheid. Weg van een systeem dat enkel gericht is op het aanbod naar één dat focust op vraag, bestemming, aantrekkelijkheid en efficiëntie. Weg van een systeem dat de ruimtelijke ordening volgt, naar één dat dit stuurt. Weg van weinig structuur naar een vervoersmodel dat gebruikers zo snel mogelijk op een kernnet brengt.

Op dit moment ligt  een voorlopig plan op tafel dat vanaf december 2021 in werking zou moeten treden. Eindelijk, zou ik durven zeggen. Er is hard gewerkt en er is vooral veel onderhandeld. Want de geldpot die kan verdeeld worden, blijft even groot en het systeem van basisbereikbaarheid is nieuw. Onze vervoerregio Gent omvat maar liefst 677.000 inwoners in 23 gemeenten. Iedereen wil een halte vlakbij zijn deur en dan nog liefst aan een zo hoog mogelijke frequentie en rechtstreeks naar zijn bestemming. Maar in collectief vervoer werkt zo’n systeem niet, omdat het leidt tot te grote omwegen of vertragingen ten opzichte van weinig extra reizigers. Een huzarenklus om hierin een consensus te vinden, lijkt mij.

Vanuit de CD&V-fractie halen we verschillende positieve punten uit deze versie van het vervoersplan. Zo zijn we tevreden dat onze deelgemeenten er op sommige vlakken op vooruit gaan:

  • De Kanaaldorpen krijgen een vaste bus die overdag tijdens de week rijdt tussen Oostakker en Zelzate
  • Op een aantal lijnen zal regelmatiger een bus rijden, bijvoorbeeld tussen Wondelgem en Gent-Sint-Pieters
  • Er komt een rechtstreekse verbinding tussen Mariakerke-post en Gent-Sint-Pieters
  • Drongen-Baarle wordt nu beter bediend met een bus rechtstreeks naar de Korenmarkt
  • Er zullen meer bussen en trams rijden in de avonduren en zelfs na middernacht. Iets wat onze Gentse jongeren al regelmatig hebben aangekaart.

Maar, collega’s, helaas is het plan niet overal rooskleurig. Vanuit de CD&V-fractie willen we ons niet blind staren op het aantal haltes, omdat dit niet de enige juiste maatstaf is. Het is niet omdat je een bus kan nemen aan een halte in de buurt, dat die bus dan ook vlot naar je bestemming rijdt. Het te vroeg (dus zonder een concreet plan) betrekken van onze inwoners, zou dan ook niet goed werken.

Maar we moeten wel oplossingen bedenken voor de hiaten die in onze stad vallen en voor de gebruikers van openbaar vervoer die in de kou blijven staan en die haltes in hun buurt verliezen. Denk maar aan:

  • Lijn 6 die verdwijnt uit Sint-Amandsberg
  • De bediening in Afsnee en Sint-Denijs-Westrem die zal wegvallen in daluren en weekend
  • De weggevallen verbinding vanuit Drongen-Luchteren naar het stadscentrum, ook al ligt de Campagne als toegangspoort tot de Vinderhoutse bossen op dit traject
  • De weggevallen lus van bus 9 in Mariakerke

Het plan toont ook niet de potentie van het openbaar vervoer als een waardig alternatief voor de auto:

  • Tewerkstellingszones, met uitzondering van het Technologiepark in Zwijnaarde, worden krijgen veelal minder bussen.
  • Het laatavondvervoer is momenteel nog niet op elkaar afgestemd en is nog onvoldoende coherent.
  • Er is nog véél werk aan de verdere vertramming van de lijnen die een hoogfrequente verbindingen moeten maken tussen de deelgemeenten/randgemeenten en het centrum van onze stad.

Collega’s,

Onze CD&V fractie ziet in het huidig plan een  consensus binnen de vervoerregioraad binnen de contouren van een gelijk budget. Maar het huidige vervoerplan is onvoldoende om te kunnen spreken over een goed uitgebouwd openbaar vervoer in Gent. Het aanbod gaat er voor enkele delen van onze stad op vooruit, maar dit gaat ten koste van andere wijken en deelgemeenten. Ik denk dat het duidelijk is dat enkel een hoger budget kan leiden tot volwaardige alternatieven en een goed uitgebouwd vervoer op maat.

Binnen de bestaande budgetneutraliteit en de basisbereikbaarheid, bleek dit het hoogst haalbare. In haar advies heeft het college gesproken over een “startpunt en geen eindpunt”. Laat dit voorlopige plan dan ook een startpunt zijn om met inwoners te gaan spreken, oplossingen te bedenken voor waar de dienstverlening van De Lijn vermindert en gezamenlijk te ijveren voor méér middelen voor ons openbaar vervoer.