Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) ondervroeg zijn partijgenoot minister Jo Brouns over het gebruik van artificiële intelligentie (Al) door ondernemingen in België.
Op 21 maart van dit jaar bracht het Federaal Planbureau daarover een publicatie uit .
Op de vragen van De Roo antwoordde de minister dat de publicatie van het Planbureau het Vlaamse niveau niet expliciet vermeldt , maar gaat over België als geheel. Er dus voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies daaruit over Vlaanderen. Het document bevestigt voor een groot deel de bevindingen van de Vlaamse AI-Barometer van 2021. Het gebruik van AI in absolute cijfers blijft beperkt, hoewel België, en dus Vlaanderen, koploper is in Europa. Grote bedrijven gebruiken meer artificiële intelligentie dan kleine bedrijven, en het gebrek aan expertise is de grootste drempel voor bedrijven om met AI aan de slag te gaan.
De publicatie van het Planbureau spreekt op andere vlakken de Vlaamse AI-Barometer uit 2021 tegen. Volgens de AI-Barometer 2021 is een belangrijke reden waarom Vlaamse bedrijven geen AI adopteren, het feit dat ze er het nut niet van zouden inzien. In de analyse van het Planbureau geeft echter slechts 1 procent van de bevraagde ondernemingen dit op als de reden waarom ze geen AI gebruiken. Dit lage cijfer stemt dus niet overeen met de signalen die we ontvangen van de actoren uit het veld, die aangeven dat nog veel ondernemingen vragen stellen bij het nut van AI voor hun eigen bedrijfsvoering.
De analyse van het Planbureau beschrijft ook resultaten van andere landen. Daarbij lijkt het voorbarig om een concrete link vast te stellen tussen de toename van productiviteit en het inzetten van AI door bedrijven. Ze merken daarbij wel op dat het verband tussen productiviteit en het inzetten van AI in België het sterkst is, wat aansluit bij de vaststelling uit de AI-Barometer dat Vlaamse ondernemingen van mening zijn dat het gebruik van artificiële intelligentie hun competitiviteit verbetert.
Binnenkort zullen de resultaten van de tweede AI-barometer gelanceerd worden. Deze zal dieper ingaan op het gebruik van artificiële intelligentie bij Vlaamse bedrijven, waaruit we ook beter conclusies zullen kunnen getrokken worden betreffende het effect van het Vlaamse AI-beleid.
Wat de afstemming met het federale niveau betreft, heeft de minister in december een brief gericht aan de staatssecretaris waarin hij aangaf te betreuren dat de regio’s niet werden geraadpleegd bij de voorbereiding van het federale AI-plan en hij erop wees dat Vlaanderen per jaar ongeveer 100 miljoen euro investeert in AI-gerelateerde onderzoek en ontwikkeling en innovatie (O&O&I) via verschillende instrumenten.
In opvolging van die brief is er in januari overleg geweest tussen het kabinet van minister Brouns en het kabinet van staatssecretaris Michel, waarbij de belofte gemaakt werd in de toekomst de regio’s te betrekken bij de opvolging van het plan. Onze positie werd nog eens verduidelijkt en een medewerker van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) wordt afgevaardigd in het federale AI-stuurcomité.
Het Vlaamse AI-beleidsplan verder uitgerold, zoals voorzien.
Er ligt nog heel wat werk op de plank om het gebruik van AI door de Vlaamse ondernemingen verder te verhogen. Er wordt, samen met de structurele partners uit het VLAIO-netwerk, ingezet op een mix van activiteiten om Vlaamse ondernemingen aan te moedigen om gebruik te maken van AI in hun bedrijfsvoering.
Die inspanningen worden verder gezet en men is blijvend in overleg met de verschillende partijen binnen de AI-stuurgroep, om bij te sturen waar en indien nodig.
Hogescholen krijgen een belangrijke rol om de ondernemingen richting AI toe te leiden. De ‘AI-verkenner voor de Vlaamse onderneming’ is een voorbeeld van een dergelijk aanbod door een hogeschool.
Voor wat betreft de relatie met de productiviteit, enkel wanneer de individuele ondernemer voor zijn eigen businesscase de meerwaarde van AI ziet, zal hij ook de keuze maken om deze technologie te implementeren. Daarom wordt door alle actoren in de inspiratiesessies en ook in de opleidingen steeds sterker vertrokken vanuit de toepassing en niet van de technologie op zich.
Een gebrek aan kennis door ondernemingen wordt aangewezen als de allerbelangrijkste drempel om voorlopig niet bewust en op grote schaal te investeren in AI. Daarom wordt van bij de start via het flankerend beleid onder andere in samenwerking met ESF Vlaanderen (Europees Sociaal Fonds), nu Werk en Sociale Economie (WSE), ook sterk op het aspect opleiding ingezet.
Daarnaast zijn er opleidingen richting het bedrijfsleven, die aangeboden worden vanuit zowel de partners uit het VLAIO-netwerk als de Vlaamse AI Academie (VAIA).
Wat de arbeidsmarkt betreft, is een enorme stijgende trend naar freelancers in de IT.
Het beleidsprogramma Al wordt dit jaar geëvalueerd, met focus op het onderzoeksprogramma. De minister suggereerde om een hoorzitting te houden in de commissie, met enkele sleutelspelers uit de beleidsagenda AI, zoals VLAIO, en de verschillende partners.
Stijn De Roo: “Er gebeurt in Vlaanderen al heel wat op het vlak van AI voor bedrijven en door bedrijven.
Er bereiken ook negatieve berichten de media. Ik maak me zorgen over de oproep van een aantal grote spelers om een pauze te nemen op het vlak van het trainen van AI-systemen.
Bij heel wat bedrijven liggen nog kansen op het vlak van het toepassen van AI in hun onderneming, over het nut ervan en over de productiviteit, maar op de lange termijn ook over de competitiviteit van die bedrijven. Als je ziet welke grote revoluties er zijn op het vlak van het inzetten van personeel en op het vlak van productiviteit, moeten we erover waken dat wij als Vlaamse regio ook niet achterop hinken.
Er zijn bij de bedrijven ook nog uitdagingen op het vlak van datamaturiteit en van cybersecurity.
Ik ben alvast voorstander van de suggestie van de minister om een hoorzitting te houden over de evaluatie van het Vlaamse actieplan rond artificiële intelligentie.”
Het volledige verslag van de tussenkomst van Stijn kan je hier vinden.
Domein De Ghellinck, ook bekend als het 'Bommenbos' maakt deel uit van het Parkbos in Zwijnaarde. Het domein is echter nog niet toegankelijk voor het publiek. Uit een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) blijkt nu dat het bodemonderzoek dat moet uitwijzen welke saneringen nodig zijn, vertraging opliep. Het natte weer gooide roet in het eten.
Uit het jaarverslag 2024 van de Politiezone Gent, besproken tijdens de themacommissie Jaarverslag Politie van 20 maart 2025, blijkt dat het aantal meldingen van verschillende vormen van overlast – zoals zwerfvuil, nachtlawaai, wildplassen en graffiti – over het algemeen gedaald is. Een uitzondering daarop is het fenomeen van sluikstorten.
Het handhaven van plaatselijk verkeer is een hele uitdaging, die veel tijd en capaciteit vraagt van de politie. ANPR-camera's kunnen daarbij een oplossing bieden: wie op een korte tijdspanne langs twee camera's rijdt, krijgt een boete. Dat is niet zo voor wie uit het gebied met plaatselijk verkeer vertrekt of ergens stopt.