Duurzame cementindustrie - Circulariteit en innovatie

Publicatiedatum

Auteur

Stijn De Roo

Deel dit artikel

De cementindustrie is een kleine maar vooral voor de bouw belangrijke sector in onze regio, met ondernemingen in onder andere Antwerpen en Gent. 

Tal van factoren bepalen mee de toekomstkansen van de cementindustrie, en innovatie en circulariteit zijn er twee van. Inzonderheid omdat de duurzaamheidsvereisten almaar stijgen en de bedrijfsvoorwaarden inzake klimaat, energie, milieu en natuur voortdurend verstrengen. 

FEBELCEM, de federatie van de Belgische cementindustrie, pleit dan ook voor een betere toegang tot Europese fondsen, een wettelijk kader voor CO2-transport, grensoverschrijdende overeenkomsten voor CO2-opslag en een ‘level playing field’ en een ‘carbon border adjustment mechanism’ om carbon leakage te voorkomen. 

Tegelijk bepleit FEBELCEM zowel innovatieve bouwoplossingen “toepassing van nieuwe ‘koolstofarme’ cement- en betonsamenstellingen in openbare bestekken aanmoedigen”, als een circulaire economie “recycling van verschillende industriële bijproducten en sloopafval in nieuwe cementsamenstellingen ondersteunen om de milieuvoetafdruk van de bouw te reduceren”. En zowel innovatie als circulariteit zijn speerpunten in het Vlaamse overheidsbeleid. 

Hieronder vindt u mijn vragen en de antwoorden van de minister:

1-(Hoe) ondersteunt de Vlaamse overheid in het algemeen en het departement Omgeving of de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in het bijzonder het onderzoek naar en de ontwikkeling van meer duurzame cementsoorten? Betreft duurzaamheid dan alleen koolstofneutraliteit? Of worden ook andere ecologische parameters in rekening gebracht? 

De CO2-impact van cementproductie is een zeer belangrijke kwestie. De CO2-uitstoot van de wereldwijde cementindustrie bedraagt bijna 9% van de globale uitstoot van de industrie en kan tegen 2030 oplopen tot 25%. Vlaanderen heeft echter geen cementovens waardoor dit aspect van het beheer van materialen niet centraal heeft gestaan in het beleid. Dat is anders voor beton.

Het grootste aandeel van de CO2-uitstoot van beton komt van de productie van het cement. Het is daarom van groot belang om op zoek te gaan naar alternatieve bindmiddelen. Hiervoor komen materialen zoals gemalen hoogovenslakken, vliegassen en geopolymeren in aanmerking. Voor het gebruik van geopolymeren – dat zijn alkalisch geactiveerde bindmiddelen op basis van een of meerdere end-of-waste materialen – heeft de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) reeds een grondstoffenverklaring afgeleverd. Een aanvraag voor een grondstoffenverklaring moet gebeuren via de website van de OVAM. De ‘Praktische gids voor het ontwikkelen en toepassen van circulaire betonsoorten’ geeft aan welke gegevens de aanvraag voor grondstoffenverklaring moet bevatten en wat de milieuhygiënische randvoorwaarden zijn om het als een bindmiddel te kunnen gebruiken.

 

2-(Hoe) bevordert de Vlaamse overheid het gebruik van meer duurzame cementsoorten in de bouw? Door middel van openbare aanbestedingen voor eigen werken en gebouwen? Door middel van financiële of fiscale prikkels voor andere opdrachten? 

Het beleidsprogramma ‘Op weg naar circulair bouwen’ omvat het stimuleren van betongranulaten in hoogwaardige toepassingen, dus in nieuw beton. Het beleidsplan omvat net als de werkagenda ‘Circulair Bouwen’ echter geen directe stimulans voor het ontwikkelen en gebruiken van CO2-arme cementsoorten.

Het Facilitair bedrijf van de Vlaamse overheid hanteert de duurzaamheidsmeter GRO voor de eigen aanbestedingen en promoot het gebruik ervan in de brede praktijk. Een van de GRO-criteria met betrekking tot de beoordeling van materiaalkeuzes vereist een TOTEM-analyse. TOTEM is een tool die binnen een samenwerking tussen de drie gewesten wordt ontwikkeld en waarmee we de milieu-impact van gebouwen kunnen evalueren en verlagen. De drie gewesten promoten het gebruik van TOTEM. Voor de generieke data in TOTEM wordt uitgegaan van een mengeling van verschillende cementtypes op basis van data uit de praktijk (35% CEM I, 55% CEM III/A, 10% CEM III/B). Voor prefab-betonproducten wordt enkel CEM I gebruikt omwille van de kortere droogtijden. Naast generieke data kunnen producenten ook specifieke productdata aanleveren onder de vorm van een Environmental Product Declaration (EPD), hetgeen een federale bevoegdheid is. In EPD’s kunnen betonproducenten aangeven met welke cementsoort zij werken en op basis van die gegevens de milieu-impact laten doorrekenen en registeren. De EPD’s kunnen vervolgens in TOTEM opgenomen worden en gebruikt worden in milieuprestatieberekeningen door architecten, studiebureaus, enz. Op deze manier worden producenten gestimuleerd om met duurzame cementsoorten met een lagere milieu-impact te werken, en worden gebruikers van TOTEM gestimuleerd om producten met een lage milieu-impact te gebruiken in hun projecten.

Het partnerschap Vlaanderen Circulair ondersteunt daarnaast vanuit haar open oproepen nog een heel aantal initiatieven binnen Vlaanderen, zoals:

Circulair projectbeton Haven van Antwerpen (vlaanderen-circulair.be): een project voor het gebruik van gerecycleerd beton in de Haven van Antwerpen.

De Circulaire Weg - Detail - Vlaanderen Circulair (vlaanderen-circulair.be): een project voor de hoogwaardige recyclage van oude betonwegen, en toepassingen in nieuwe wegen.

Stapsteen naar een circulaire stad - Detail - Vlaanderen Circulair (vlaanderen-circulair.be): een project waarin op zoek gegaan wordt naar alternatieven voor cement.

EQUITONE gevelmaterialen circulair maken (vlaanderen-circulair.be): een project om de cementketen te sluiten.

Staenis - circulaire vloeropbouw - Detail - Vlaanderen Circulair (vlaanderen-circulair.be): een project waarin onderzoek gevoerd wordt naar een duurzaam alternatief voor chape (dat ook cement bevat).

 

3-Wordt er met de cementsector overleg gepleegd over de mogelijkheden en de moeilijkheden van meer duurzaam cement? Bijvoorbeeld met betrekking tot de recyclage van industriële bijproducten en residentieel sloopafval. Of met betrekking tot het recycleren van mineralen via co-processing en van het brandbare gedeelte uit afval. 

De afgelopen jaren was er hierover geen overleg met Febelcem (de cementsector), vnl. omdat Vlaanderen geen eigen cementovens heeft. De Waste to Energy (WtE)-toepassing in cementovens inzake heffingen wordt sinds 2007 volledig op dezelfde leest geschoeid als de WtE-toepassing in dedicated afvalverbranding in Vlaanderen.  Het aspect recyclage van mineraalgedeelte is daaraan ondergeschikt. Ook in dedicated WtE-verbranding in Vlaanderen wordt verbrandingsas maximaal gevaloriseerd als bouwstof. Uitzondering daarop zijn vnl. minerale afvalstoffen (bv. drinkwaterslibs) die als vervangingsgrondstof in cementovens worden ingezet en voldoen aan de bepalingen van art. 46 §3.5° MD ‘niet-gevaarlijke afvalstoffen waarvan de onderste verbrandingswaarde, berekend op de droogrest, kleiner is dan 8 MJ/kg, en waarvan de minerale fractie, inclusief carbonaten, uitgedrukt als gewichtpercent asrest op de droogrest, groter is dan 50 %, en die ingezet worden omwille van hun minerale fractie, met uitzondering van afvalstoffen die ingezet worden als afvalwater’.

 

4-Geldt een vergelijkbare aanpak ook voor de betonsector? Klopt het dat het onderzoek naar en de ontwikkeling van beton op meer steun en meer middelen kan rekenen van onder andere het voormalige Grindfonds? Bestaan er wetenschappelijke samenwerkingsverbanden tussen cement- en betononderzoek en worden dergelijke ontwikkelingen van overheidswege ondersteund?

Met steun van Vlaanderen Circulair binnen een open oproep-project heeft Groen Beton gewerkt aan de ontwikkeling van een Betonakkoord. Meer informatie vindt u hier: Circulair beton: naar een betonakkoord voor Vlaanderen (vlaanderen-circulair.be). Voor het project Groen Beton ligt de nadruk op het verhogen van de kwaliteit van de grondstoffen enerzijds en op het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor het gebruik van gerecycleerde granulaten in stortbeton anderzijds. De toepassing van hoogwaardige betongranulaten staat garant voor een hoge kwaliteit van het eindproduct (stortbeton). De samenwerking binnen Groen Beton brengt verschillende partners in de waardeketen van beton, van afbraak tot verwerking in de betoncentrales en het gebruik door aannemers, samen. Binnen het project zijn modelbestekken en aanbevelingen voor kwaliteit en mogelijkheden voor gebruik uitgewerkt. Wij hebben geen informatie over mogelijke samenwerking of overleg hierover met de cementindustrie.

Nieuws

Publiek sanitair in Gent

Gent is een aangename stad om te wonen, werken en ontspannen. Wie de deur uitgaat, moet in alle comfort een sanitaire stop kunnen doen. Daarom willen we als Stad kwalitatief en toegankelijk publiek sanitair voorzien. Op dit moment telt Gent 185 publieke toiletten verspreid over het hele grondgebied.

Generatie Ervaring in het Meetjesland

Vandaag mocht ik ons plan voor ‘generatie ervaring’ gaan toelichten in het Meetjesland. Bedankt voor de talrijke opkomst en steun!

Goede sfeer op het congres van cd&v!

Kies zekerheid. Voor uw welzijn, uw geld en uw veiligheid.