Er werd tijdens het Lichtfestival amper gebruik gemaakt van de extra deelfietsen op de P&R’s. Dat blijkt uit informatie die fractieleider Stijn De Roo (CD&V) opvroeg bij schepen voor Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen). Op de beste dagen werden maximaal 9 van de 150 extra voorziene deelfietsen uitgeleend.
Tijdens het Lichtfestival van 10 tot en met 14 november 2021 gaf het stadsbestuur een subsidie van ca. 6.600 euro aan Donkey Republic om op twee P&R’s extra deelfietsen ter beschikking te stellen. P&R Oostakker kreeg 50 extra deelfietsen, P&R The Loop zelfs 100. Het stadsbestuur wou op die manier meer bezoekers stimuleren om hun wagen achter te laten aan één van de P&R’s en met een deelfiets naar het stadscentrum te komen. Over een periode van vijf dagen werden in totaal slechts 28 van de 750 potentiële uitleenbeurten ingevuld.
|
|
The Loop (max. 100)
|
Oostakker (max. 50)
|
|
10/nov
|
3
|
0
|
|
11/nov
|
5
|
2
|
|
12/nov
|
4
|
5
|
|
13/nov
|
9
|
0
|
|
14/nov
|
0
|
0
|
“Het gebruik van de fietsen staat helaas niet in verhouding tot de hiervoor ingezette middelen. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn de geringe bekendheid van en kennis over het systeem, de slechte zichtbaarheid van de fietsen (vooral op P&R Oostakker) en het koude en donkere weer tijdens het Lichtfestival.”, aldus de schepen.
Vergeleken met de rest van november, lag het gebruik van de deelfietsen op het hele grondgebied wél significant hoger tijdens het Lichtfestival. Het fietsdeelsysteem kan daarom volgens de schepen zeker worden blijven ingezet tijdens toekomstige evenementen.
Stijn De Roo: “De extra deelfietsen op de P&R’s leverden helaas niet het gewenste resultaat op. Bezoekers van het lichtfestival waren niet op de hoogte van het systeem, de fietsen sprongen niet in het oog en ze lokten het verkeer niet naar de verste parkings. Met CD&V blijven we wel voorstander van een systeem van fietsdelen, maar het moet beter. Een goed aanbod van deelfietsen op plaatsen waar de gebruiker van vervoermiddel wisselt, is nodig om de verduurzaming van de mobiliteit in onze stad verder te zetten.”
