Ons land behoort tot de landen die met waterschaarste dreigen te kampen. We behoren tot de categorie ‘high water stress’, met landen die per jaar 40 tot 80 procent van al het beschikbare water verbruiken.
Om drinkwaterwinning uit andere bronnen mogelijk te maken, werd in 2019 een proefproject in Oostende gestart door Aquaduin, De Watergroep en Farys, om brak water uit het kanaal Brugge-Oostende om te zetten naar drinkbaar water en zo een oplossing te bieden voor de waterschaarste in Vlaanderen. Recent werd in Nieuwpoort een nieuw proefproject opgestart, dat experimenteert met de zuivering van zeewater, brak water en zoet water.
Bevoegd minister Demir (N-VA) antwoordde op de vragen hierover van Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) dat dit project heel belangrijk is om de bevoorrading in de kuststreek te verzekeren. Uit de strategische planning waterbevoorrading bleek dat de bevoorradingssituatie in West-Vlaanderen minder goed is dan elders in Vlaanderen. Vandaar dat het verhogen van de productiecapaciteit in de kuststreek zelf een belangrijke pijler is in de strategische visie voor het verzekeren van de waterbevoorrading. De waterzuiveringsinstallatie Oostende van Farys, die reeds in 2020 in gebruik werd genomen, neemt brakwater in voor de productie van drinkwater.
Er is in Vlaanderen voldoende capaciteit om aan de huidige gemiddelde drinkwatervraag te voldoen, waarbij grondwater en oppervlaktewater onze meest aangewezen bronnen zijn. Bijkomende alternatieve bronnen zijn aangewezen als het grondwater of oppervlaktewater onder tijdelijke druk komen te staan, bijvoorbeeld door droogte, waarmee we de komende jaren wel meer te maken zullen hebben. Daarom zoeken de waterbedrijven naar andere waterbronnen zoals brakwater, zoutwater of gezuiverd afvalwater.
Dit proefproject zal een beeld vormen of, hoe en in welke mate zeewaterontzilting kan worden ingezet in onze drinkwaterbevoorrading. Vlaanderen is niet financieel betrokken in dit verhaal. Indien extra kosten moeten worden doorgerekend in de verkoopprijs van drinkwater, dan zal dit meegenomen worden in de evaluatie van de tariefstructuur. Omzetten van zout zeewater naar drinkwater is in de regel duurder dan de traditionele productie uit grondwater of zoet oppervlaktewater en is dan ook eerder een methode die Vlaanderen een extra optie kan bieden. Uit dit proefproject komen ongetwijfeld de nodige inzichten in de mogelijkheden van ontzilting die verdere plannen kunnen onderbouwen. De Vlaamse drinkwatersector werkt daar aan.
Er is afstemming tussen verschillende drinkwaterbedrijven. Daarnaast is er een overkoepelende Vlaamse regiekamer met een vertegenwoordiging van de CEO’s van de verschillende waterbedrijven om afstemming tussen de investeringen binnen de bedrijven te bewaken en win-winsituaties in kaart te brengen en te benutten waar nodig.
Stijn De Roo: “Water is een schaars goed. Het fundament blijft dat we over voldoende bronnen van drinkwater beschikken. Zeewater moet daarbij niet ons eerste toevluchtsoord zijn.
Wat betreft het brak- en zeewater wacht ik graag de resultaten van het proefproject af, gecombineerd met de inzichten uit het buitenland, zodat we de komende jaren daarin een goede afweging kunnen maken die rekening houdt met de prijs die de consument voor dat water moet betalen.
Uit het rapport van 2019 bleek eveneens dat we op het vlak van hergebruik ook heel wat stappen kunnen zetten, zoals bijvoorbeeld rond het hergebruik van regenwater.”
Het volledige verslag van mijn vraag om uitleg vind je hier.