“Ik kan u melden dat er in Vlaanderen meerdere doctorandi en onderzoekers van onze universiteiten en hogescholen er niet alleen aan denken, maar ook effectief stappen zetten om te ondernemen en ondernemer te worden,” antwoordde bevoegd minister en partijgenoot Jo Brouns aan Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v).
De minister stelde in zijn antwoord verder dat vanuit zijn beleid ondernemerschap bij doctorandi en onderzoekers gestimuleerd en ondersteund wordt via diverse subsidiemaatregelen waaronder vormingen via het programma Omkadering Jonge Onderzoekers (OJO) voor universiteiten, vorming en expertise via de cofinanciering van de interfaceactiviteiten bij de Kennis-en Techtransferdiensten voor de associaties en Input-Output-opleidingen voor de hogescholen. Daarnaast laat het FWO-aspirantenmandaat sinds 2019 toe dat men tijdens de jaren van doctoraatsonderzoek reeds de eerste stappen in ondernemerschap zet. Ook de via VLAIO ondersteunde eco-systemen ‘student-ondernemer’ in de verschillende studentensteden dragen bij tot de doelstelling om onderzoekers de stap naar ondernemerschap te laten zetten.
Bij het universiteitspersoneel worden de intenties tot ondernemerschap opgevolgd via periodieke bevragingen. ECOOM heeft in 2018 gepeild naar de gedachte bij doctorandi om ondernemer te worden, via de “Survey of junior researchers”: 14% antwoordde positief op de vraag “Heeft u interesse om in de toekomst zelfstandige in hoofdberoep te worden”? en 34% bij “verruimd naar zelfstandige in bijberoep”. “Zelfstandige” is ruim, ook de vrije beroepen advocaten, dokters, psychologen, etc. vallen hieronder. In de recente ECOOM bevraging 2023, werden de vragen over ondernemerschap nog verder uitgebreid; de resultaten worden momenteel verwerkt en zijn nog niet ter beschikking.
Daarnaast volgen meerdere universiteiten en het FWO de intenties van hun onderzoekers op via exitbevragingen.
Zo gaf bij de VUB 22,3% van de bevraagden in 2023, aan na het behalen van een doctoraat als ondernemer of zelfstandige van start te willen gaan.
De vijf TTO’s van de associaties hebben een inschatting gemaakt op basis van data die ze monitoren, echter niet op een uniforme wijze over de verschillende kennisinstellingen heen.
Jaar
|
Aanmeldingen potentieel valoriseerbare projecten
|
Deelname trainingen gericht op valorisatie
|
2019
|
425
|
413
|
2020
|
420
|
413
|
2021
|
450
|
651
|
2022
|
493
|
683
|
2023*
|
306
|
550
|
*data tot 1 november 2023.
De 1ste kolom betreft het aantal aanmeldingen van valoriseerbare technologie of knowhow. (Cfr artikel IV.48 van de Codex Hoger Onderwijs: onderzoekers zijn verplicht om hun vindingen kenbaar te maken aan de daartoe bevoegde dienst, nl. de respectievelijke TTO’s aan onze universiteiten.) Deze cijfers zijn een onderschatting van het aantal doctorandi/onderzoekers dat aan ondernemen denkt en/of stappen zet om te ondernemen. De 2de kolom betreft het aantal deelnemende doctorandi/onderzoekers aan trainingen gericht op valorisatie. De TTO’s richten trainingen in om ondernemerszin te stimuleren in de ruimste betekenis. Het is een onderschatting van het aantal doctorandi/onderzoekers dat aan ondernemen denkt vermits er ook initiatieven voor opleidingen zijn binnen de faculteiten en veel ad hoc initiatieven die niet meegeteld werden.
In de periode 2020, 2021, 2022 en huidig 2023 zijn er 107 spin-offs gecreëerd in Vlaanderen door universiteiten, hogescholen en strategische onderzoekscentra. Hiervan werden er 3 spin-offs door de hogescholen opgericht. Er zijn 13 spin-offs die opgericht zijn in samenwerking met andere entiteiten. Bij 31 spin-offs waren de SOC’s betrokken waarvan 16 spin-offs enkel een SOC. De universiteiten waren bij 88 spin-offs betrokken waarvan 73 enkel de universiteiten.
Stijn De Roo: “Het is belangrijk dat er voor doctorandi en onderzoekers ook carrièreopportuniteiten zijn in de ondernemerssector en in spin-offs en dat zij daartoe gestimuleerd en ondersteund worden.”