In Gent worden er op verschillende plekken nieuwe fietsenstallingen geplaatst. In wijken met een hoge bevolkingsdichtheid wil de stad voor elke inwoner een vrije fietsparkeerplaats voorzien op maximaal 100 meter van diens voordeur.
Ik ontvang verschillende vragen over de manier waarop de stad deze werkzaamheden uitvoert. Buurtbewoners geven aan dat ze op voorhand niet geconsulteerd worden over het plaatsen van de fietsenstallingen. In het antwoord op mijn mondelinge vraag tijdens de commissie van 12 april 2022 (2022_MV_00233) antwoordde de schepen dat het opstarten van een participatietraject voor elke fietsenstalling veel extra geld en personeel zou vereisen en wellicht weinig zou opleveren.
Bewoners blijven ook vragen stellen over de afweging van de plaatsing en het gebrek aan mogelijkheid om informatie te verkrijgen of om in dialoog te gaan. In sommige gevallen staan er bijvoorbeeld drie fietsenstallingen naast elkaar, waardoor de opeenvolging van fietsparkeerplaatsen breder gaat dan sommige gevels. Naast de fietsenstallingen staan vaak bijkomend dicht geparkeerde wagens, waardoor bewoners – die bijvoorbeeld zelf geen auto bezitten – soms vanaf hun voordeur een grote afstand moeten afleggen om zich met hun fiets op straat te begeven. We zijn het er allemaal over eens dat we onze beperkte publieke ruimte zo kwalitatief mogelijk moeten invullen, hetgeen een evenwichtsoefening vergt.
Fractievoorzitter Stijn De Roo stelde hierover vragen op de gemeenteraad aan de bevoegd schepen:
- Welk afwegingskader hanteren onze stadsdiensten om de optimale plaatsing van fietsenstallingen te bepalen? Zijn er deze legislatuur wijzigingen doorgevoerd aan dit kader?
- Vond er reeds een evaluatie van dit kader plaats? Wat waren de resultaten?
- Ziet de schepen mogelijkheden om de Gentenaars meer te betrekken bij de uitbreiding van het aantal fietsenstallingen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Schepen Watteeuw antwoordde:
"Zoals eerder reeds meegegeven staat de 100m-norm centraal in het afwegingskader voor het plaatsen van nieuwe fietsenstallingen. Daarnaast zijn er ook een aantal verkeerstechnische principes waarmee moet worden rekening gehouden in functie van de verkeersveiligheid, zoals de doorgang voor voetgangers op het voetpad en het zicht op de rijbaan voor overstekende voetgangers.
Een fietsenstalling mag geen gevaar betekenen voor het verkeer op de rijbaan en er moet een minimum vrije ruimte tot een kruispunt behouden worden. Verder wordt elke locatie nagekeken door de dienst stedenbouw, dienst feesten, markten en ambulante handel en de wijkregisseur in kwestie. Afhankelijk van de locatie wordt soms ook advies gevraagd aan bv. de Dienst Monumentenzorg, Groendienst of AWV. Momenteel wordt ook meer dan ooit gewerkt aan de hand van structurele tellingen op het terrein.
Dit afwegingskader is doorheen de jaren verschillende keren geoptimaliseerd. Zo werden de Dienst Stedenbouw en de wijkregisseurs steeds nauwer betrokken in het proces in zoverre dat er nu steeds advies wordt gevraagd.
Op basis van de structurele tellingen kunnen we besluiten dat er nog steeds een gebrek is aan fietsparkeercapaciteit. Daarom werd dit jaar een tweede ronde van de wijkgerichte screenings fietsparkeren opgestart.
Iedereen kan nog altijd voorstellen voor nieuwe fietsenstallingen bezorgen aan het Mobiliteitsbedrijf via het meldingsformulier of via de andere gebruikelijke kanalen, en zal dit kunnen blijven doen. Ook bemerkingen rond de plaatsing van de bestaande fietsenstallingen kunnen worden overgemaakt aan het Mobiliteitsbedrijf. Elke vraag wordt behandeld. Uiteraard moet er een objectieve, geldige reden zijn om een fietsenstalling te verwijderen of verplaatsen. Het gaat dan vooral om redenen met betrekking tot de verkeersveiligheid. Omdat er aan de plaatsing van een stalling al een heel traject is voorafgegaan, is dit zelden het geval."