Stilliggen onderzoeksschip Belgica leidt tot internationale reputatieschade

Publicatiedatum

Auteur

Stijn De Roo

Deel dit artikel

De RV Belgica is een oceanografisch onderzoeksschip in eigendom van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO). Door een rechtszaak blijft het schip sinds juni vorig jaar aan de kade liggen en moesten geplande onderzoeken worden geannuleerd.

In maart 2025 riep de gouverneur van West-Vlaanderen zowel de federale als de Vlaamse Regering op om het schip weer aan het varen te krijgen.

Onder de afgelaste campagnes in 2024 bevonden zich onder meer onderzoeksprogramma's van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Universiteit Gent.

Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) stelde hierover volgende vragen aan de minister-president:

  1. Hoe wordt de situatie rond de inzetbaarheid van de RV Belgica opgevolgd vanuit Vlaanderen?
  2. Heeft Vlaanderen instrumenten in handen om dit dossier te deblokkeren? Welke stappen werden daarin gezet sinds de start van de problematiek?
  3. Hoe schat de minister-president de impact in van de afgelaste campagnes op de onderzoeksprojecten van Vlaamse kennisinstellingen, organisaties en entiteiten?

Minister-president Diependaele antwoordde:

"Het is mij bekend dat de Vlaamse mariene onderzoeksgemeenschap zeer bezorgd is over het stilliggen van het federale onderzoeksschip Belgica. Ik deel die bezorgdheid. Ook binnen het Bestuur van VLIZ is deze bezorgdheid een belangrijk aandachtspunt, omdat deze onderzoeksinstelling haar doelstellingen pas optimaal kan nastreven indien de twee grote onderzoeksschepen, Belgica en Simon Stevin, allebei taken kunnen opnemen. Er bestaat overigens een samenwerkingsovereenkomst om de kostbare scheepstijd van deze schepen op de meest efficiënte manier toe te wijzen. Hoe langer Belgica stilligt, hoe groter ook de kosten om het schip weer klaar te maken om in de vaart te brengen. Het is dus in eenieders belang om deze ongewenste situatie zo snel mogelijk op te lossen. Daarom heb ik de federale bevoegde minister een tijd geleden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Ik wacht nog op een respons, maar verwacht dat we op relatief korte termijn gaan kunnen samenzitten om het e.e.a. uit te klaren. We bekijken ook op Vlaams niveau hoe we het Vlaamse schip Simon Stevin nog beter kunnen inzetten.

Diverse Vlaamse diensten, zoals het Departement WEWIS en DAB Vloot, hebben contacten gehad met federale collega’s over de mogelijkheid om bepaalde taken van Belgica met andere, waaronder Vlaamse, middelen, tijdelijk op te vangen. De inzet van het schip Simon Stevin vangt ook in beperkte mate onderzoeksopdrachten van het schip op. Onderzoekers die in internationale projecten deelnemen en die rekenden op scheepstijd van Belgica zijn noodgedwongen aangewezen op hulp vanuit het buitenland om met schepen van andere landen aan een campagne te kunnen deelnemen. Deze situatie geeft een deuk aan het imago van België als sterke oceanografische natie. Op dit moment is de Vlaamse overheid niet gevat in het dossier om de Belgica terug in de vaart te krijgen. Het is echter bekend aan de federale bevoegde diensten dat Vlaanderen bereid is om na te gaan hoe deze ongewenste situatie kan opgelost worden.

De impact van het wegvallen van Belgica op de Vlaamse mariene onderzoeksgemeenschap situeert zich op verschillende niveaus:

  • Er is heel wat onderzoek waarvoor scheepstijd voor Belgica was ingepland in 2024 niet kunnen doorgaan. Zo werden sinds juni 2024 zestien campagnes formeel afgelast, waarbij in tien van deze campagnes Vlaamse universiteiten en kennisinstellingen geïmpacteerd werden. Het gaat hierbij om VLIZ, INBO, ILVO en verschillende groepen van UGent (zie vaarschema 2024 RV Belgica);
  • Voor 2025 werden 93 aanvragen voor scheepstijd ingediend bij Belgica (goed voor een totaal van bijna 350 vaardagen). Deze zullen niet kunnen gerealiseerd worden (er is geen planning voor 2025 opgemaakt). 21 van deze aanvragen werden ingediend door een Vlaamse mariene onderzoeksgroep , goed voor een totaal van 145 vaardagen. Het gaat om VLIZ, ILVO, Hogere Zeevaartschool, INBO en verschillende groepen van UGent en VUB;
  • Er wordt momenteel een aanzienlijke toename genoteerd in de aanvragen voor scheepstijd voor Simon Stevin. Dit kan op zijn minst gedeeltelijk gelinkt worden aan het uitvallen van Belgica. Er werden voor 2025 in totaal 340 dagen scheepstijd aangevraagd door groepen van VLIZ, ILVO, KBIN, INBO, UGent, UAntwerpen, KU Leuven, UHasselt, VUB, Odisee Hogeschool, ULiège, ULB, de FOD Economie en de internationale organisatie POGO. Er werden uiteindelijk 226 vaardagen in het voorgestelde vaarschema opgenomen. Hierbij werd er zoveel mogelijk gezocht naar synergiën om vaardagen van verschillende groepen te combineren, ook al dreigt men hier op de grenzen van het haalbare te botsen. Door de overbevraging konden verschillende aanvragen voor scheepstijd niet weerhouden worden in het vaarschema. In deze context werd het prioriteitenkader voor scheepstijd voor RV Simon Stevin toegepast dat door de Vlaamse Overheid in overleg met de Wetenschappelijke Commissie en het Bestuur van VLIZ werd vastgelegd.
  • Zoals hierboven gesteld leidt de huidige situatie van Belgica tot internationale reputatieschade voor Vlaanderen en België. Internationale monitorings-verplichtingen die voornamelijk door federale instanties - maar ook op Vlaams niveau (bv. in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid) - worden behartigd, kunnen niet of suboptimaal ingevuld worden. Dit heeft niet enkel een impact op de betrokken beleidsniveaus maar evenzeer op actoren uit de Blauwe Economie die onder deze monitoringsverplichtingen vallen. Daarnaast maakt RV Belgica tevens deel uit van zogenaamde “transnational access” (TNA) schema’s voor de uitwisseling van toegang tot (mariene) onderzoeksinfrastructuur, zoals bijvoorbeeld het project AQUARIUS. Ook in dit geval kan het uitvallen van RV Belgica tot reputatieschade leiden voor de Belgische O&I-gemeenschap – en daaruit volgend ook de Vlaamse - als een betrouwbare partner.
  • Tot slot kan gesteld worden dat naast het noodgedwongen stopzetten van geplande onderzoeken en lang-opgebouwde tijdsreeksen, er tevens nieuwe onderzoeks- en innovatieactiviteiten afgeremd worden. Dit resulteert in een vertraging van het momentum voor de Vlaamse mariene O&I-gemeenschap op een moment dat mariene kennis broodnodig is om dringende maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en innovatie in de Blauwe economie te stimuleren."

Nieuws

Vlaanderen werkt aan Code Goede Praktijken voor vul- en spoelplaatsen

Het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik tot 2027 maakt deel uit van het door de EU-Richtlijn 2009/128/EG geplande Nationale Actieplan NAPAN. In het Actieplan is bepaald om over vul- en spoelplaatsen “de knelpunten in VLAREM rond de aanleg en vergunning ervan aan te pakken.”

Werken aan fietstunnel Raverschootstraat in Eeklo starten in het voorjaar van 2026

In het geïntegreerd investeringsprogramma voor 2025-2027 dat op 14 juli 2025 werd goedgekeurd, werd 3.800.000 euro gereserveerd in 2026 voor fase 2 van het dossier R43, dat het aanleggen van een fietstunnel in de Raverschootstraat bevat.

Vergunningsaanvraag heraanleg Antoon Catriestraat en Boskeetstraat ten vroegste in 2026

Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), de stad Gent en Farys plannen een heraanleg van de Antoon Catriestraat en de Boskeetstraat in Drongen, waarbij de veiligheid van de fietsers centraal staat. Er komen onder meer een nieuwe rotonde aan de Luchterenstraat en de Gavergrachtstraat, een compacter kruispunt aan de Beekstraat, en veiligere oversteekplaatsen aan Basisschool Mijlpaal.