De corona-epidemie heeft met zich meegebracht dat thuiswerk op zeer korte tijd een wezenlijk onderdeel is geworden voor heel wat werknemers.
Thuiswerk is zonder meer een blijver en dat zal ook niet zonder gevolgen blijven voor de huisvesting van de personeelsleden van de Vlaamse overheid, de hoeveelheid kantoorruimte die nodig is, de inplanting van kantoorgebouwen,…. Dit aspect werd tijdens de beleids- en begrotingstoelichting eind vorig jaar ook beklemtoond door de minister-president. Bij die gelegenheid stelde hij immers dat de coronacrisis zeker aanpassingen zal vergen voor de huisvesting van de Vlaamse overheidsdiensten en dat hij zal inzetten op het uitwerken en geleidelijk aan realiseren van een nieuw kantoorconcept gebaseerd op meer hybride werkvormen.
Wanneer thuiswerk naar de toekomst toe nog meer ingeburgerd zal raken en een vast onderdeel zal worden van de werkorganisatie, dan zal dit ook betekenen dat vanuit de Vlaamse overheid fundamenteel zal moeten nagedacht worden over het aantal kantoorgebouwen dat men al dan niet nodig heeft, hoe men de bestaande kantoorgebouwen kan inrichten om ze in te stellen op werkvormen waarbij personeelsleden slechts gedeeltelijk op een kantoor aanwezig zijn, of er niet eerder dient geïnvesteerd te worden in kantoorgebouwen in centrumsteden of provinciesteden waar personeelsleden als zij dat wensen bepaalde werkzaamheden kunnen verrichten en waarbij de verplaatsing naar een centraal kantoorgebouw in Brussel of elders eerder de uitzondering dan de regel wordt.
Dit was aanleiding voor Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) om minister-president Jan Jambon (N-VA) hierover te ondervragen in de commissie Algemeen beleid, Financiën, Begroting en Justitie.
De minister-president deelde mee dat de plannen voor de afbouw vervat zitten in het strategisch vastgoedplan van het Facilitair Bedrijf en dat er heel wat bijkomende centralisaties gepland zijn.
In de toekomstige werkplek wordt nog plaats voorzien voor 50% van het aantal personeelsleden.
De grote kantoorgebouwen zijn vandaag al ingericht volgens de principes van “Het Nieuwe Werken” en maakt van het kantoor een gebouw dat – veel meer dan vroeger – gericht is op ontmoeting, samenwerking en interactie. Het kantoor wordt dus een sociale hub.
Reeds in 2021 wordt een concreet en gefaseerd plan aan aanpak uitgerold.
Op middellange termijn wordt de visie op het hybride werken verder ingevoerd in alle grote kantoorgebouwen van Het Facilitair Bedrijf. Verder wordt er gestreefd om diensten samen te brengen en een optimalisatie aan vastgoed te realiseren. Er wordt gedecentraliseerd (gebouwen in provincies onderbrengen) en tegelijkertijd op stedelijk of provinciaal niveau gecentraliseerd (wat aanwezig is bundelen in een beperkt aantal gebouwen). Er staan heel wat bijkomende centralisaties in de steigers: de optimalisatie van het VAC Leuven, Kantoor 2023, het nieuwe VAC Antwerpen, de nieuwe VAC's voor Mechelen, Aalst en Turnhout –, de centralisatie Brussel, enz.
De Roo is tevreden dat de Vlaamse overheid flexibel omgaat met deze nieuwe werksituatie en daarbij het belang van ‘sociale ontmoeting’ op de werkvloer verder versterkt. "Het fysieke ontmoeten blijft ook bij een hoger aandeel thuiswerk in de toekomst belangrijk voor samenwerking, voor het groepsgevoel en voor de bedrijfscultuur van de Vlaamse Overheid. Vlaanderen levert hierbij inspanningen om overtollige kantoorruimte van de hand te doen en investeert tegelijkertijd in de nieuwe realiteit van het hybride werken".
Het volledige verslag van mijn vraag om uitleg vindt u via deze link.