Vlaams onthaalbeleid voor Amerikaanse wetenschappers

Publicatiedatum

Auteur

Stijn De Roo

Deel dit artikel

Het academisch onderzoek in de Verenigde Staten staat onder druk wegens enkele beslissingen van de nieuwe Amerikaanse regering. Zo moet de Johns Hopkins-universiteit 2000 medewerkers ontslaan vanwege weggevallen financiering voor USAID, het Amerikaanse agentschap voor Internationale Ontwikkeling.

Daarnaast worden heel wat projecten in het Globale Zuiden rond klimaatbeleid, infectieziekten en vaccinbeleid getroffen. In de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie van 27 maart 2025 werd het aantrekken van wetenschappers die de VS wensen te verlaten, besproken. De minister-president gaf aan dat het Vlaamse beleid erop gericht is om open te staan voor toptalent uit binnen- en buitenland.

Eerder meldde minister Demir in de pers ook dat er een oproep aan alle universiteiten zou worden voorbereid om Amerikaanse wetenschappers te verwelkomen. De VUB opende intussen een contactpunt voor Amerikaanse onderzoekers die in Brussel hun onderzoek willen voortzetten. De universiteit heeft daarnaast twaalf postdoctorale posities geopend waarbij de focus op Amerikanen ligt.

Uit een onderzoek van het toonaangevende vakblad Nature bleek dat maar liefst driekwart van de ondervraagde Amerikaanse wetenschappers aangaf te overwegen om de VS te verlaten. Hun voorkeur gaat daarbij uit naar Europa en Canada. Voornamelijk wetenschappers die aan het begin van hun carrière staan zouden een verhuis in beraad nemen.

Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) stelde hierover volgende vragen aan de minister-president:

  1. Welke signalen heeft de minister-president ontvangen vanuit de verschillende hogeronderwijsinstellingen aangaande het aantrekken van wetenschappers uit de VS?
  2. Zijn er vanuit de hogeronderwijsinstellingen concrete vragen of voorstellen gekomen omtrent deze thematiek?
  3. Is het aantal aanvragen van Amerikaanse wetenschappers voor projecten in Vlaanderen gestegen sinds het aantreden van een nieuwe regering in de VS? Kan de minister-president dat cijfermatig staven?
  4. Op welke manieren zet Vlaanderen in op wetenschap en onderzoek gelinkt aan het Globale Zuiden? Wordt die aanpak bijgestuurd naar aanleiding van het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering?

Minister-president Diependaele antwoordde:

"Uiteraard vangen wij signalen op van verschillende instellingen en sommige instellingen hebben ook al in verschillende media hun opinie meegegeven. Het gaat dan zowel om onze universiteiten als andere kennisinstellingen.
We horen dat onderzoekers actief in Vlaanderen door hun collega’s die aan de slag zijn in de VS benaderd worden met vragen naar posities omdat ze een verhuis overwegen. Er zijn geen specifieke cijfers in alle instellingen dus ook geen globaal beeld. In VUB is er wel een apart meldpunt en dat heeft al meer dan 100 contactnames ontvangen van onderzoekers in alle stadia van hun carrière en in alle onderzoeksdomeinen

Ook in andere instellingen is er een duidelijk aanvoelen van een groeiende interesse vanwege onderzoekers in de VS dus we kunnen er wel vanuit gaan dat er toch wel wat een diaspora van academici ontstaat aan de overkant van de plas.

Onze instellingen waren in het verleden ook reeds voortdurend op zoek naar toptalent, uit binnenland en buitenland, en de openheid voor talent uit de VS is daar deel van. Vlaanderen staat voor een beleid dat verwelkomend is voor toptalent uit welke windrichting dan ook.

Onze verschillende instellingen bekijken op heden nog hoe ze met deze situatie zullen omgaan en of men specifieke maatregelen wil nemen en welke.

De impact van de nieuwe regering in de VS op wetenschap en meer concreet op het vertrekken van VS onderzoekers, zal pas later in kaart kunnen worden gebracht. Laat me dat staven aan de hand van de programma’s die het FWO aanbiedt om buitenlands talent aan te trekken. Het FWO biedt namelijk diverse instrumenten aan om internationaal wetenschappelijk talent -al dan niet terug- naar Vlaanderen te halen en te verankeren in het Vlaams onderzoeksbestel. Weliswaar hebben deze diverse oproepen een specifieke vastgelegde tijdslijn die niet noodzakelijk samenviel met de start van de tweede ambtstermijn van president Trump. Een goede inschatting van de impact op de aanvraagmassa in de diverse kanalen zal dan ook pas mogelijk zijn tegen 2026 ten vroegste, eens deze oproepen opnieuw werden gelanceerd. Weliswaar geef ik hieronder kort een opsomming van de FWO-instrumenten die hier een rol in kunnen spelen:
Ten eerste beschikt het FWO over een specifiek brain gain programma, Odysseus genaamd, om toptalent (zijnde meer gevestigde onderzoekers) uit het buitenland aan te trekken en in Vlaanderen te verankeren. De meest recente Odysseus-oproep sloot echter al op 30 september 2024, meer dan een maand voor de VS verkiezingen plaatsvonden. Het FWO ontving 53 aanvragen in totaal waarvan 9 kandidaten op dat moment in de VS geaffilieerd waren. Twee van hen haalden de uiteindelijke selectie die in maart 2025 werd bekendgemaakt. De lancering van een volgende oproep van het Odysseusprogramma staat pas gepland in het voorjaar van 2026 met deadline op 30 september 2026. Een vergelijking van de 2026 aanvraagmassa met deze van 2024 is wellicht een goede waardemeter al ligt de 2026 deadline meer dan 1,5 jaar na het aantreden van president Trump.

Ten tweede gelden er geen nationaliteitsrestricties binnen de FWO-mandatenprogramma’s. Dit zijn weliswaar kanalen die inzetten op junior onderzoekers, met een maximale postdoctorale anciënniteit van 6 jaar. Dat maakt in zekere zin vooral het aspirantenmandatenkanaal minder geschikt voor het aantrekken van meer gevestigde onderzoekers, wellicht net het profiel van onderzoekers dat de VS achter zich wenst te laten.

De oproep 2025 voor postdocmandaten werd afgesloten op 2 december 2024, nog vóór officiële start van de tweede ambtstermijn van president Trump. In totaal ontving het FWO 1.747 ontvankelijke aanvragen. Hiervan hebben 38 kandidaten de Amerikaanse nationaliteit. Dit zijn er 10 meer dan in oproep 2024. Momenteel vinden de interviews plaats van de kandidaten die succesvol waren in de preselectiefase. In mei 2025 zal de uiteindelijke selectie bekend worden gemaakt en zal dus ook duidelijk worden wat het aandeel wetenschappers uit de VS is. Gezien de deadline nog in december viel, zal een vergelijking tussen huidige oproep 2025 en volgende oproep 2026 wellicht representatiever kunnen zijn.

Ten slotte, kunnen onderzoekers tewerkgesteld in het buitenland ook betrokken worden via het money-follows-collaboration principe (MfC) in de FWO-projecten fundamenteel onderzoek, strategisch basisonderzoek (SBO) en toegepast biomedisch onderzoek (TBM). Hierdoor zouden onderzoekers tewerkgesteld in de VS, die voor budgettaire inperkingen komen te staan, alsnog een bepaald percentage van de FWO-financiering kunnen aanvragen. De SBO-oproep wordt echter pas in de tweede helft van mei 2025 geopend. Binnen de TBM-oproep (deadline: 22 april 2025), werden er in totaal 44 aanvragen ingediend waarvan slechts 3 beroep deden op het MfC-principe. Hier zat geen enkele partner uit de VS tussen, wat ook niet het geval was in oproep 2024. Voor het TBM-kanaal is dit ook niet zo verrassend aangezien dit echt een heel specifiek kanaal is dat focust op de impact voor (patiënten in) Vlaanderen. Wat betreft de 10% MfC binnen de projecten fundamenteel onderzoek, worden de data van de huidige oproep 2025 nog volop in kaart gebracht en geanalyseerd en zijn er een 24-tal VS partners betrokken. Ook hier is het echter aan te raden de evolutie pas in kaart te brengen na een volgende oproep (2026). Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de betrokkenheid van internationale onderzoekers in FWO-onderzoeksprojecten eerder de internationale samenwerking bevordert dan een instrument te vormen om internationale onderzoekers blijvend naar Vlaanderen te halen.

Recent werd een studie gepubliceerd door het HIVA en het ECPDM met een stand van zaken over de Vlaamse samenwerking met Afrika, over sectoren heen. Daaruit blijkt dat academische coöperatie een belangrijke pijler vormt van die samenwerkingen. Daarnaast kan ik u meegeven dat Vlaanderen op wetenschappelijk vlak via het departement kanselarij en buitenlandse zaken (DKBUZA) samenwerkt of zal gaan samenwerken met een aantal partnerlanden.
Ook verschillende universiteiten zetten hierop in met hun eigen beleid bv. KU Leuven geeft “Zuidbeurzen” via hun BOF-middelen.

Voor wat betreft het FWO gelden de opportuniteiten zoals vermeld onder vraag 3 voor ieder land en dus ook voor onderzoekers uit het Globale Zuiden.

Wat betreft uw deelvraag of die aanpak wordt bijgestuurd naar aanleiding van het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering geef ik u mee dat vele van de interventies van USAID evidence-based waren, waardoor dit agentschap een hele reeks wetenschappelijke samenwerkingen financierde met partners in het Globale Zuiden. Die vallen nu effectief weg.
KU Leuven maakte reeds een voorlopige bibliometrische analyse van een aantal van haar strategische partners in Afrika, Latijns-Amerika en Zuid-Oost Azië. Deze analyse leert dat de impact niet te onderschatten valt. Voor sommige instellingen (zoals de Université de Kinshasa, de Université Catholique de Bukavu) kwam ongeveer 10% van de co-publicaties met KU Leuven er met middelen van USAID en agentschappen die ontwikkelingsrelevant onderzoek financieren dat bijdraagt aan de interventies van USAID (zoals het United States Department of Health and Human Services, de National Institutes of Health of de CGIAR instituten). En ze zijn nog instellingen met even grote impact bv. Mekelle University of de Universidad de Cuenca, beide belangrijke partners van KU Leuven. Gelijkaardige cijfers vallen allicht te verwachten voor samenwerking met andere Vlaamse, Europese of elders gesitueerde universiteiten.

Het is voor de Vlaamse instellingen niet mogelijk om alle het door de VS geslagen hiaat in deze sector op te vullen. Dit vereist beleidskeuzes waarover een grondige reflectie nodig is. Onze instellingen beraden zich momenteel over deze vragen. Maar één zaak staat vast: beslissingen van de VS zijn op dit vlak te betreuren en impacteren miljoenen onder de zwaksten in onze mondiale samenleving.

Wat betreft de FWO-programma’s kan projectfinanciering via het money-follows-cooperation principe een oplossing bieden voor bv. het wegvallen van Amerikaanse onderzoeksgelden die door de VS aan hen ter beschikking werden gesteld. Aangezien het echter gaat om maximaal 10% van het totale FWO-projectbudget gaat het weliswaar om beperkte budgetten die hier niet dé algemene oplossing kunnen zijn."

Nieuws

Ontbreken van de Pretkamjonet in de deelgemeenten van Gent

De Pretkamjonet is een bestelwagen boordevol spelmateriaal die tijdens de schoolvakanties naar verschillende pleinen in Gent rijdt. Kinderen tussen 3 en 11 jaar vinden er fietsen, grote spelen, sportmateriaal, circusspullen en een springkasteel.

143 miljoen euro Vlaamse investeringen in Gent voor periode 2025 - 2027

Vlaanderen voorziet de komende drie jaar meer dan 143 miljoen euro aan concrete infrastructuurprojecten in en rond Gent. Er zijn voor de stad ook drie 'Grote Projecten' voorzien: Gentspoort (940 miljoen euro), R4 West/Oost (777 miljoen euro) en stelplaats Wissenhage (180 miljoen euro).

Stand van zaken van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei, dat ligt ten noordoosten van Gent, op het grondgebied van Gent (Sint-Kruis-Winkel en Mendonk), Wachtebeke, Moerbeke, Lochristi, Lokeren, Sint-Niklaas en Stekene. Via landinrichting bouwt de VLM samen met haar partners de verschillende openruimtefuncties (landbouw, natuur, recreatie, waterbeheer, landschap en onroerend erfgoed) verder uit.