Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) informeerde bij bevoegd minister en partijgenoot Jo Brouns naar zijn visie op de actualisering van de strategisch plan voor batterijen.
Dat deed hij naar aanleiding van het advies tot actualisering van de Europese Rekenkamer, met bijzondere aandacht voor het veiligstellen van de toegang tot grondstoffen en om de coördinatie en doelgerichtheid van de EU-financiering te verbeteren.
De minister stelt dat de batterijsector heel snel evolueert en innoveert. Impulsen hiervoor komen via het partnerschap Batt4EU gelinkt aan Horizon Europe, de IPCEI batterijen, REPowerEU en Fit-For-55. Recent werd ook een gereviseerde Batteries Regulation goedgekeurd. De Net Zero Industry Act (NZIA) en de Critical Raw Materials Act (CRMA) die voorgesteld werden door de Europese Commissie eerder dit jaar en momenteel onderhandeld worden, omvatten ook aspecten van de batterij waardeketen. CRMA is specifiek gericht op het veiligstellen van de nodige grondstoffen, en het uitbouwen van een waardeketen binnen de EU. Dit gebeurt enerzijds door internationale diversificatie via (sociaal en ecologisch verantwoorde) strategische partnerschappen met niet-EU landen. Anderzijds zal binnen de EU gewerkt worden aan het sterk stimuleren van exploratie en ontginning, verwerkingscapaciteit en recyclage.
In Vlaanderen gebeurt heel wat onderzoek en innovatie rond batterijen, en dat over de gehele batterij waardeketen, en aan de 5 Vlaamse universiteiten en 3 van onze SOC’s (imec, VITO, Flanders Make).
- Zo wordt er in UGent onderzoek gedaan naar Li ontginning. UGent en VUB werken ook aan life cycle assessment van de batterijmaterialen, en VUB kijkt zo ook naar eco-design van de batterijen.
- Onderzoek naar verschillende types geavanceerde materialen gebeurt er aan de VUB, UHasselt, imec, VITO, UAntwerpen en UGent.
- Op het niveau van de batterijcel gebeurt er theoretisch onderzoek aan de UGent rond solid state batterijen en onderzoek rond sensoren en optimale productietechnieken bij VUB. Daarnaast werken UHasselt, imec en VITO binnen de EnergyVille samenwerking onder andere aan modellering voor batterijcel design, solid state batterijen, dunne film batterijen en smart cells, waarin sensoren geïntegreerd zijn en waarvoor digitale batterij management systemen (BMS) ontwikkeld worden.
- Op het niveau van batterijmodules en packs, wordt er onderzoek verricht bij Flanders Make (test infrastructuur), VITO (BMS en batterij paspoort) en VUB (koeling, modellering en smart state estimation).
- Voor toepassingen (stationair en mobiel) wordt er ook onderzoek verricht aan onze Vlaamse onderzoeksinstellingen, nl. bij VUB, VITO, KU Leuven, Flanders Make en UGent.
- Aan het einde – en tegelijk het begin – van de waardeketen, vinden we recyclage en hergebruik van batterijen voor andere toepassingen. Bij UGent gebeurt onderzoek rond Li extractie uit end-of-life batterijen. Bij VUB en VITO, KU Leuven binnen EnergyVille wordt onderzoek gedaan naar second life toepassingen.
Daarnaast zijn er belangrijke industriële spelers actief in Vlaanderen, zoals onder andere Umicore (actief in recyclage, en op vlak van geavanceerde materialen voor anode en kathode) en Solithor (imec spin-off, solid state batterijen); Bij onder andere Volvo Trucks wordt ook gewerkt aan het inrichten van een productielijn om aparte cellen te assembleren tot een volledig battery pack, om dan te integreren in de elektrische voertuigen.
Om de brug te slaan tussen onderzoek en industrie heeft EnergyVille een living lab in Genk, waar bedrijven innovatieve energietechnieken kunnen uittesten, inclusief batterij opslag.
De minister gaf ook nog mee dat er – complementair aan de productie van nieuwe batterijen en recyclage van oude batterijen – ook moeten ingezet worden op het hergebruik van batterijen voor andere doeleinden, de zogenaamde second life toepassingen. Een studie van het steunpunt Circulaire Economie gaf immers aan dat het onze Vlaamse economie tot zes keer meer oplevert om in te zetten op hergebruik van afgedankte auto batterijen als bv. thuisbatterijen, in vergelijking met het scenario waarbij de afgedankte batterijen meteen gerecycleerd worden. Er zijn in Vlaanderen dan ook bedrijven die inzetten op hergebruik van batterijen, bijvoorbeeld door ze te combineren in een grote container die kan dienen als regulering van het elektriciteitsnet of ter vervanging van generatoren op een bouwwerf.
Wat betreft beleid inzake onderzoek en innovatie blijven de bestaande maatregelen behouden die het mogelijk maken voor onderzoekers en onderzoeksinstellingen om steun aan te vragen bij FWO en VLAIO, en via de speerpuntclusters. Deze kanalen zijn vaak bottom-up van opzet, waardoor ook onderzoek rond batterijen hier aan bod kan komen. Iets meer dan een vijfde van de Vlaams publiek gefinancierde R&D rond energie gaat trouwens over batterijen.
Daarnaast is er ook de samenwerking binnen Vlaanderen Circulair, dat aan het begin van deze legislatuur werd versterkt. Vlaanderen Circulair is de samenwerking tussen overheden, kenniswereld, bedrijfsleven en de maatschappelijke middenveld actoren, die samenwerken rond de circulaire economie.
Stijn De Roo: “Vlaanderen steunt overduidelijk het advies van de Europese Rekenkamer om het strategisch actieplan voor batterijen te actualiseren, waarbij ook de nodige aandacht wordt besteed aan het veiligstellen van de nodige grondstoffen.
Uit het antwoord van de minister blijkt ook dat in Vlaanderen heel wat onderzoek en innovatie rond batterijen gebeurt en dat er belangrijke industriële spelers actief zijn.”