In twee van de drie doorgeefschenkingen zit vastgoed. De schenkers zijn gemiddeld 70 jaar, de begunstigden gemiddeld 39 jaar. Notaris Carol Bohyn: ‘Niet elke erfenis leent zich tot een doorgeefschenking. Ten eerste zijn de kleinkinderen waaraan de ervende ouder schenkt best al volwassen. De erfenis moet ook groot genoeg zijn. Want naast het deel dat de erfgenaam zelf wil behouden, moet er ook nog een deel overblijven om door te geven’.
'Gemiddeld wordt per doorgeefschenking ongeveer 250.000 euro uit de erfenis doorgesluisd. Al 1.200 klein- en achterkleinkinderen ontvingen zo gemiddeld elk 125.000 euro uit de erfenis van hun (over)grootouders belastingvrij. Ons opzet is dus geslaagd. Ik verwacht in de toekomst dan ook alleen maar meer doorgeefschenkingen’, zegt Diependaele.
De appetijt voor de doorgeefschenking staat in contrast tot de erfenissprong die al sinds 2003 mogelijk is. Bij een erfenissprong verwerpen ouders hun erfenis ten voordele van hun eigen kinderen. Omdat slechts één keer erfbelastingen betaald moeten worden, komt de erfenis van de grootouders zo fiscaal voordelig rechtstreeks in de handen van de kleinkinderen. ‘Die erfenissprong bleef dode letter omdat het een 'alles-of-niets'-verhaal is’, zegt Vlaams Parlementslid Stijn De Roo (CD&V). 'Met een doorgeefschenking daarentegen kunnen de ouders een deel van de erfenis zelf houden, als nuttig appeltje voor de dorst, en een ander deel binnen het jaar doorsluizen naar een of meerdere (klein)kinderen.'