In de beleidsnota Omgeving 2019 – 2024, OD 3 – gebiedsontwikkeling met gebiedscoalities, SD 5 – Vereenvoudiging van procedures staat te lezen dat er blijvend zal ingezet worden op het verder vereenvoudigen, verbeteren en versnellen van procedures.
Het decreet ‘complexe projecten’ - dat dateert van 2014 - voorziet in een procesaanpak om projecten te realiseren binnen een aanvaardbare termijn en met een zo groot mogelijk draagvlak.
Op de vragen van Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) over de procedures ‘Complexe Projecten’ antwoordde bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) dat voor de onderzoeksfase en de uitwerkingsfase middelen nodig zijn in functie van het geïntegreerd onderzoek (incl. opmaak MER), communicatie en participatie,… Het is de initiatiefnemer/trekker die verantwoordelijk is voor deze kosten en die aan de start van elke fase een raming opmaakt. Het team complexe projecten is niet op de hoogte van deze bedragen. De kosten voor effectieve uitvoering van de projecten is niet gebudgetteerd in deze planprocessen.
De aanpak van complexe projecten is maatwerk. Gedurende het gehele traject wordt er ingezet op participatie, niet enkel op moment van de formele procedures (raadpleging onderzoeksnota’s; openbaar onderzoek). Elk van de complexe projecten beschikt over informatie op een projectwebsite, waar ook teruggekoppeld wordt over de participatie.
Elk van deze complexe projecten heeft naast de projectwebsite ook een nieuwsbrief die op regelmatige basis verschijnt en waar iedereen zich voor kan aanmelden.
In het voorjaar van 2021 werd een eerste evaluatie gemaakt van de procedureregels van het decreet complexe projecten. Op basis daarvan lopen momenteel besprekingen om het decreet complexe projecten aan te passen en de proceduretijd in te korten. De evaluatie leert ook dat het niet de proceduretijd, maar wel de procestijd is die maakt dat processen lang(er) duren.
Stijn De Roo: “Onder het huidige decreet ‘Complexe Projecten’ werd er in zeven jaar nog geen enkel project afgerond. De nieuwe regelgeving moet de doorlooptijd inkorten, zonder aan inspraak en betrokkenheid te raken.”