Vorig jaar richtte het Vlaams Parlement een onderzoekscommissie op over de met PFAS-PFOS vervuilde gronden bij de werken voor de Oosterweelverbinding en de impact ervan. Op maandag 28 maart 2022 kwamen de commissieleden met een eindrapport én aanbevelingen voor de toekomst naar buiten.
Dit is geen eindpunt. Er is nu een grote inspanning nodig om de 60 doortastende aanbevelingen om te zetten in de praktijk. Voor de inwoners van Zwijndrecht, voor elke Vlaming.
Vlaams Parlementslid Stijn De Roo maakt sinds de oprichting deel uit van de onderzoekscommissie. Hij nam tijdens het debat in de plenaire vergadering van 30 maart het woord namens de CD&V-fractie. Zijn volledige tussenkomst kan je hier (her)bekijken of hieronder lezen:
"Collega’s, na het lezen van honderden, duizenden pagina’s aan mails, verslagen, studies en andere documenten in het dossier, na vijftig hoorzittingen, honderd mensen, hebben we maandag het verslag van de onderzoekscommissie goedgekeurd. Ik wil eerst en vooral de leden van de onderzoekscommissie, de voorzitter, de verslaggevers, maar ook de diensten, bedanken voor hun geleverde werk. Het was een intensief traject, een zwaar traject, maar het heeft geleid tot een belangrijk rapport.
Voor de CD&V-fractie zijn de aanbevelingen het belangrijkste deel van dat rapport, zowel voor de inwoners van Zwijndrecht als voor elke Vlaming. Het verslag is dan ook geen eindpunt. Er is een grote inspanning nodig om de vele aanbevelingen die werden geformuleerd ook om te zetten in de praktijk. Het is een beginpunt voor een andere aanpak rond vervuilende chemische stoffen in Vlaanderen.
De commissie is eigenlijk eerder toevallig ontstaan. Een chaotische plenaire vergadering na een ogenschijnlijk weinig doordachte uitspraak werd gevolgd door de oprichting van de onderzoekscommissie. Al snel is de teneur in de mediaberichtgeving over de resultaten die de commissie zou opleveren, overgegaan in een zoektocht naar een verhaal vol intriges. Vooral het antwoord op de vraag: wie? Wie zijn kop moet rollen? Wie heeft informatie achtergehouden? Wie heeft de vervuiling bewust verzwegen voor de inwoners van Zwijndrecht?
En collega’s, sta me toch toe om te zeggen dat het vaak in schril contrast stond met het diepgaande en genuanceerde werk tijdens de urenlange vergaderingen van deze commissie. Wie wist wat wanneer? Dat was een vraag die elk parlementslid, elk lid van de onderzoekscommissie verschillende keren heeft gesteld. Het antwoord op de vraag is een onderdeel van dat wat wordt weergegeven in ons verslag onder de historiek en de vaststellingen. Ik raad alle collega’s dan ook aan om dat rapport goed te lezen en die tekst goed door te nemen. Het is een genuanceerd en complex verhaal dat niet samen te vatten is in enkele zinnen. En het eindverslag trekt daar volgens ons ook een eerlijke conclusie.
Ik wil graag op een drietal punten inzoomen en het eerste daarvan gaat over een preventiever beleid. We zitten vandaag op een scharnierpunt, op een kantelpunt, zowel voor Vlaanderen als voor Europa, voor wat de bescherming van ons leefmilieu en van onze gezondheid betreft. In de aanbevelingen pleiten we op verschillende manieren voor een preventiever beleid in Europa en in Vlaanderen.
De afgelopen periode hebben we vooral gefocust op meerwaarde en innovatie en zijn we op een punt gekomen waar we niet langer reactief kunnen reageren op hoe we omgaan met nieuwe schadelijke chemische stoffen. We moeten een nieuwe weg inslaan, vooral dan wanneer het gaat over de impact van chemische stoffen op de gezondheid en op ons leefmilieu. De chemische industrie staat niet stil, zij voert innovaties door en brengt nieuwe producten op de markt. En tot op vandaag hinken we achter hen aan. De overheid en de administraties kunnen dat niet bijhouden en zijn afhankelijk van hun informatie en van hun kennis.
Maar Vlaanderen is geen eiland, collega’s. Voor de reglementering van die nieuwe chemische stoffen hangen we af van het Europese niveau, maar daar, zo hebben we vastgesteld, lopen de procedures te langzaam. We moeten daarom de handen in elkaar slaan en met andere landen in Europa voor een andere aanpak gaan en de REACH-regelgeving (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals), zoals we die kennen, herzien.
We willen werken volgens de principes van de farmaceutische industrie die ervoor zorgen dat de effecten en de gevolgen van nieuwe producten worden onderzocht, gemeten en gedocumenteerd voor ze op de markt komen. De overheid heeft de kerntaak om de gezondheid van mensen te beschermen en om dat te doen gebruikt ze natuurlijk normen en richtwaarden. We willen ook gaan voor een strengere aanpak voor de totstandkoming van de normen voor schadelijke chemische stoffen.
Tijdens het onderzoek van de commissie hebben we vastgesteld dat de validatie van de normen diffuus zijn. Wanneer men vervuiling vaststelt waarvoor er geen norm bestaat, dan moet de huidige regelgeving op de schop. We hebben daarom een duidelijke aanbeveling uitgewerkt die de verantwoordelijke vastlegt die de norm moet bepalen. De kosten daarvoor zullen we maximaal verhalen op de vervuiler.
Als opdrachtgever van een infrastructuurwerk bijvoorbeeld betaal je en werk je ook samen met de deskundige die normen kan bepalen en hierdoor kan op zijn minst een schijn van belangenvermenging ontstaan. Dat willen we niet. We bevelen daarom ook aan om te gaan voor een robuust controlesysteem voor erkende bodemsaneringsdeskundigen en om de onafhankelijkheid en correctheid van hun werkwijze te kunnen garanderen. Wie produceert in de chemische sector, moet weten wat de spelregels en de normen zijn en daarom vragen wij u, minister, snel werk te maken van het strengere normenkader voor PFAS in de bodem, in het water en in de lucht in Vlaanderen. De PFAS-opdrachthouder heeft daar gisteren een suggestie voor geformuleerd en wij vragen u om deze op korte termijn om te zetten in de praktijk.
Het volgende punt gaat over ‘de vervuiler betaalt’. Tijdens ons onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat 3M PFAS heeft geloosd in het oppervlaktewater terwijl ze daar geen vergunning voor hadden. Volgens de getuigenis van een ex-werknemer bleek dat 3M jarenlang PFOS en PFAS door de schouw heeft uitgestoten die in de onmiddellijke omgeving van de productiesite in Zwijndrecht terechtkwamen. De onderzoekscommissie maakt een sterke vuist, wij vinden dat 3M verantwoordelijk is voor de PFOS-verontreiniging in de ruime omgeving van die productiesite in Zwijndrecht. De Vlaamse Regering moet er alles aan doen om ervoor te zorgen dat 3M opdraait voor de schade die het heeft aangericht op het vlak van gezondheid en vervuiling. Er is een aanbeveling waarin we zeggen dat er een fonds moet komen om mensen te vergoeden die zijn blootgesteld aan PFAS zodat ze niet moeten wachten op gerechtelijke uitspraken. Dat betekent dus ook dat de kosten van ziekte en van opvolging van werknemers, ex-werknemers en omwonenden volledig door 3M moeten worden gedragen
3M heeft door de jaren heen haar milieuzorgplicht meermaals geschonden, toonde amper goede wil tijdens de onderzoekscommissie en hield jarenlang doelbewust informatie achter. Bedrijven met die mentaliteit aanvaarden we niet in Vlaanderen.
Minister, ik dring er ook op aan dat u deze boodschap van onze onderzoekscommissie meeneemt in het gesprek dat later deze week gepland staat tussen u en de CEO van 3M, Mike Roman.
Tot slot is er de betere interne samenwerking. De overheid is niet sterk genoeg gebleken om met bedrijven van het kaliber van 3M om te gaan. De manier waarop we het systeem hebben georganiseerd, is niet in staat gebleken om inwoners voldoende te beschermen. We zien dat de agentschappen en de administraties altijd hebben gehandeld met de informatie die ze op dat moment ter beschikking hadden. Wanneer achteraf blijkt dat ze niet alle informatie hadden of bepaalde informatie niet voldoende is doorgesijpeld, dan moeten we ons systeem aanpassen. Daar gaan we lessen uit trekken. We doen aanbevelingen waar op alle niveaus, van het gemeentelijk niveau tot op Europese niveau, mee aan de slag kan worden gegaan om een volgend PFOS-schandaal te voorkomen.
Onze overheidsdiensten en administraties moeten beter samenwerken rondom volksgezondheid en leefmilieu. Risicovolle stoffen moeten sneller in beeld komen. De aanbeveling om de kennisomgeving in gezondheid op te richten zal ervoor zorgen dat de collectieve overheid gegevens zal analyseren en onderzoeken en vooral de dossiers beter zal coördineren. Kennis moet in de toekomst doorstromen via de zogenaamde netwerkstructuur. Daar hoort daarnaast op het niveau van de chemische exploitatie een duidelijk dossierbeheer bij, één dossierbeheer: de Kruispuntbank, die vergunningen, inspectieverslagen, erkenningen en rapporten gaat ontsluiten.
Maar de bescherming van ons leefmilieu is niet enkel een taak van de overheid. De chemische industrie en de wetenschap hebben ook een cruciale rol om bedrijfsinformatie correct mee te delen, om voortschrijdend inzicht te formuleren en om kennis te ontwikkelen.
Collega's, ik rond af. De CD&V-fractie is tevreden met het rapport en de belangrijke aanbevelingen die we over de partijgrenzen heen hebben uitgewerkt als een leidraad voor de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement over hoe we verder kunnen omgaan met PFOS- en PFAS-vervuiling en in het algemeen met chemische vervuiling.
We betreuren het enorm dat na maandenlange samenwerking en een maandenlange zoektocht er toch drie partijen het niet konden laten om slinks af te wijken van een gemeenschappelijke tekst en dat op dat moment, maandag tijdens de persconferentie, de partijpolitiek voorrang kreeg op een gedragen tekst.
Om de gezondheid van de Vlaming te garanderen moeten we systeemfouten oplossen, tussenschotten wegwerken en moeten we zorgen voor een betere informatiedoorstroming. Onze diensten en administraties moeten overgaan naar een nieuwe samenwerkende cultuur. We moeten samen met gelijkgezinde landen in Europa voorop lopen om niet-essentiële PFAS uit te faseren en de veiligheid van onze inwoners voor schadelijke chemische stoffen aan te pakken. We doen meer dan zestig duidelijke en doortastende aanbevelingen, waarmee de regering en het parlement verder kunnen werken aan een veiligere en gezondere omgeving in Vlaanderen.
Collega’s, wij willen geen nieuw PFOS-schandaal. Daarom moeten we de aanbevelingen van deze commissie op korte termijn uitvoeren."