18 Gentse scholen namen deel aan sensibiliseringscampagne rond fietsverlichting
Fietsverlichting is cruciaal voor de veiligheid van fietsers. Heel wat scholen, organisaties en bedrijven ondernemen daarom actie om de zichtbaarheid te verhogen.
Vlaanderen blijft zich engageren om de Europese 3% O&O-norm te realiseren. Die norm heeft als doel om 3% van het bruto binnenlands product van de regio (BBPR) te besteden aan onderzoek en ontwikkeling (O&O).
Deze ambitie wordt sinds enkele jaren behaald, wat ook wordt bevestigd in de meest recente editie van de 3%-nota van juli 2025. Deze nota, opgesteld door het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM) en het departement WEWIS, biedt een omvattend overzicht van de evolutie van de O&O-uitgaven en het O&O-personeel in Vlaanderen voor de periode 2013-2023.
De uitgaven voor O&O als percentage van het BBPR zijn tussen 2013 en 2021 elk jaar toegenomen, van 2,57% in 2013 tot 3,61% in 2021. In 2022 en 2023 lijkt de O&O-intensiteit te stabiliseren rond 3,5%: de O&O-uitgaven bedragen 3,47% van het BBPR in 2022 en 3,52% van het BBPR in 2023. Daarmee bevestigt Vlaanderen zijn positie bij de Europese koplopers op het vlak van O&O-intensiteit. Vlaanderen laat in de EU enkel Zweden voorgaan, waar de O&O-intensiteit in 2023 3,60% bedraagt.
In 2023 bedroeg het publiek gefinancierd deel van de O&O-uitgaven 0,81% van het BBPR ten opzichte van de vooropgestelde 1%.
Het Vlaams regeerakkoord 2024–2029 legt de lat nog hoger: Vlaanderen streeft naar een gezamenlijke O&O-intensiteit van 5% van het BBPR.
Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) stelde hierover volgende vragen aan de minister-president:
Minister-president Diependaele antwoordde:
"De groei in de O&O-uitgaven als percentage van het regionale bbp tussen 2013 en 2021 wijst op een duidelijke trend van versterkte investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Ook in het regional innovation scoreboard 2025 (RIS) blijkt dat Vlaanderen wat betreft de O&O-intensiteit al tot de Europese top behoort. In 2020 en 2021 is deze indicator extra gestuwd door de covidpandemie die via het regionale bbp dit cijfer tijdelijk nog een extra boost naar boven gaf. Dat is natuurlijk wat we niet willen, voor alle duidelijkheid, dat het cijfer stijgt omdat je bbp daalt. Dat is de gemakkelijkste manier, maar de slechtste manier. Het feit dat Vlaanderen zich al bij de Europese koplopers bevindt, met enkel Zweden dat een hogere O&O-intensiteit heeft, is een sterk bewijs van de positieve koers die het beleid volgt.
De stabilisatie van de O&O-intensiteit rond de 3,5 procent, op een hoog niveau, in 2022 en 2023 is een teken van consolidatie en het behoud van het beleid op lange termijn. Want op dat moment is de economische groei wel toegenomen, voor alle duidelijkheid. Merk op dat het publiek gefinancierde aandeel in de O&O-uitgaven tussen 2013 en 2023 ook steeg van 0,61 procent tot 0,81 procent. Dat is dus een derde erbij. Maar het klopt dat we moeten blijven inzetten op extra maatregelen om de publieke financiering verder op peil te houden en te verhogen. Zeker nu Vlaanderen naar een ambitieuze doelstelling van 5 procent van het regionale bbp streeft.
De doelstelling van 5 procent O&O-intensiteit is een ambitieus streven om innovatie en kennisontwikkeling naar een nog hoger niveau te brengen. De ambitie om naar een O&O-intensiteit van 5 procent van het regionale bbp te evolueren, zal een brede aanpak vereisen waarin de overheid als sturende kracht fungeert, maar waarbij bedrijven, onderzoeksinstellingen en andere relevante actoren cruciale rollen spelen. Door gerichte maatregelen te nemen op het gebied van financiering, samenwerking en innovatie-infrastructuur, kan Vlaanderen zijn positie als Europees O&O-leider verder versterken.
De O&O-intensiteit is echter geen doelstelling op zich. Het eigenlijke doel is het stimuleren van een welvarend Vlaanderen door competitiviteit en productiviteit te verhogen. Investeringen in innovatieve kennis, producten en diensten dragen hiertoe bij. De Vlaamse Versnelling toont aan dat de O&O&I-hefboom (onderzoek, ontwikkeling en innovatie) moet bijdragen aan deze doelen. In de beleidsnota werd reeds aangekondigd dat valorisatie een prioriteit is. In het O&O&I-systeem wordt steeds sterker ingezet op de versterking van valorisatie. Het is belangrijk de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten en meer samenwerking in het O&O&I-ecosysteem te creëren en zo meer valorisatie te bekomen.
Ik denk dat dat een regel is die voor alle beleidsdomeinen geldt: geld uitgeven is één zaak, het goed besteden is iets anders. We zetten daar ook voortdurend op in. We hebben daar in het verleden grote stappen in gezet, ook onder het beleid van de heer Muyters, bijvoorbeeld. Het blijft een voortdurend aandachtspunt om ervoor te zorgen dat we steeds meer halen uit diezelfde euro.
De O&O-intensiteit wordt berekend op basis van enquêtegegevens door ECOOM. De recentste cijfers gaan over 2023. De O&O-intensiteit bedraagt 3,52 procent, waarvan 0,81 procent publiek en 2,71 procent privaat. Op basis van de O&O-beleidskredieten trachten we de publieke O&O-intensiteit in te schatten voor de recentere jaren en een inschatting te maken van het effect van mogelijke investeringen.
In 2024 schatten we het aandeel van de publieke O&O-uitgaven op 0,86 procent. Deze inschatting is toegenomen ten opzichte van 2023, toen het 0,83 procent was. De komende jaren zullen de investeringsmiddelen worden ingezet op kenniscreatie en kennisvalorisatie zodat de private O&O-inspanningen maximaal aangemoedigd worden.
De focus zal de komende jaren liggen op het versterken van de strategische onderzoeksgebieden, het vereenvoudigen van toegang tot publieke middelen en het maximaliseren van de maatschappelijke en economische impact van O&O-investeringen. De ambitie is niet alleen om de procentdoelstelling te behalen, maar ook om bij te dragen aan de gezamenlijke 5 procentdoelstelling door een breed en duurzaam O&O-ecosysteem op te bouwen. Op die manier blijven we investeren in innovatie om de competitiviteit en productiviteit te verhogen en de positie van een welvarend Vlaanderen blijvend te verzekeren."
Stijn De Roo: "Vlaanderen is een regio van onderzoek en ontwikkeling en een regio van innovatie. De O&O&I-norm is daar een heel duidelijke indicator van. Om de doelstelling van 1 procent willen halen, moeten we als overheid op een gerichte manier kunnen investeren. De rationalisatieoefening zal nodig zijn. Zeker wanneer we een inspanning leveren op die middelen, dan moeten die op een goede manier worden ingezet."
Je kan de tussenkomst van Stijn herbekijken op de website van het Vlaams Parlement.
Fietsverlichting is cruciaal voor de veiligheid van fietsers. Heel wat scholen, organisaties en bedrijven ondernemen daarom actie om de zichtbaarheid te verhogen.
In het geïntegreerd investeringsprogramma voor 2025-2027 dat op 14 juli 2025 werd goedgekeurd, werd 7.000.000 euro gereserveerd in 2026 voor het vernieuwen van de brug van de N9 over het Afleidingskanaal.
Het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik tot 2027 maakt deel uit van het door de EU-Richtlijn 2009/128/EG geplande Nationale Actieplan NAPAN. In het Actieplan is bepaald om over vul- en spoelplaatsen “de knelpunten in VLAREM rond de aanleg en vergunning ervan aan te pakken.”