De Digimeter bevroeg van september tot december 2021 net geen drieduizend mensen. Die meter omvat enkele belangrijke onderdelen met betrekking tot de digitalisering.
De overheid zette de afgelopen jaren belangrijke stappen op het vlak van de digitalisering. Positief is dat dat zich vertaalt in een stijgende perceptie dat overheidswebsites toegankelijker en duidelijker zijn geworden. Het aantal Vlamingen dat zegt liever langs te gaan bij het loket daalt van 32 naar 27 procent.
De Vlaming wordt voorzichtiger met het delen van zijn online data en wenst meer overzicht te hebben van wie welke persoonlijke gegevens over hem heeft. Het betreft 84 procent, en dat is dus een stijging met 5 procent. Ook cybersecurity krijgt meer aandacht bij de respondenten. De bezorgdheid over het veilig bewaren van online gegevens door websites en apps stijgt naar 65 procent, een stijging met 10 procent. Het rapport geeft aan dat nieuwe technologieën zoals SOLID, waarvoor de Vlaamse overheid mee aan de kar trekt en waarover we het al een aantal keren in deze commissie hebben gehad, alvast een te verkennen potentieel in hun mars te hebben.
Het vertrouwen in de Vlaamse overheid is gedaald van 59 naar 54 procent. Dat is dezelfde grootteorde als die van zowel de lokale besturen als de federale overheid.
Ondanks het werken met het 'only once'-principe ontstaat er een groeiende irritatie over het vaak dezelfde gegevens te moeten doorgeven aan de overheid. Dat is een stijging met 9 procent, tot 35 procent. Dat vertaalt zich eveneens in de ‘data- en privacyparadox’. De adoptie en het gebruik van de online dienstverlening neemt toe, maar ook de frustraties over het gebrek aan transparantie in wat overheden doen met die persoonlijke data, over het ongecontroleerd circuleren van diezelfde data en het herhaaldelijk moeten ingeven van bepaalde data. Dat resulteert in een stijgende haat-liefdeverhouding met de ‘dataficatie’ van de dienstverlening.
Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) vroeg aan minister-president Jan Jambon (N-VA) op welke manier hij de Vlaming beter wil informeren over de gemaakte keuzes van de Vlaamse overheid (bijvoorbeeld het ‘only once’-principe, de investeringen in cyberveiligheid en de SOLID-technologie) om het vertrouwen in de technologie te verhogen. Hij polste eveneens naar de stand van zaken van de datakluizen.
De minister-president antwoordde:
"Ik zorg ervoor dat de Vlaamse overheid in haar communicatie actief werkt aan het verhogen van het vertrouwen in de digitale overheid en hoe de overheid met digitale technologie omgaat. Het grote succes van Mijn Burgerprofiel is daar een overtuigend bewijs van. Vorig jaar is er 16 miljoen keer aangemeld op Mijn Burgerprofiel, bijvoorbeeld om een diploma of attest op te vragen of om een dossier zoals een omgevingsvergunning op te volgen. Ook dit jaar zullen we Mijn Burgerprofiel verder alomtegenwoordig maken en naar voren schuiven als dé plek waar je al je overheidszaken kunt regelen. Ik zal dat doen door ervoor te zorgen dat Mijn Burgerprofiel beschikbaar is op de websteks van zoveel mogelijk, en bij voorkeur alle, lokale besturen. Vandaag zijn er al meer dan 230 lokale besturen die Mijn Burgerprofiel aanbieden op hun site. Dat is dus al een uitstekend startpunt om de brede bevolking in Vlaanderen met onze digitale dienstverlening te bereiken daar waar ze het eerst naartoe gaan: naar de eigen gemeente. 230 van de bijna 300 gemeenten dus. Ik had als doelstelling gesteld om ze op het einde van dit jaar allemaal aangesloten te hebben. Dat gaat dus in de goede richting.
In het najaar zal ik dan ook een brede communicatiecampagne lanceren omtrent Mijn Burgerprofiel en alle voordelen die dit biedt voor de burger. Mijn Burgerprofiel ontsluit heel wat zaken naar burgers, inclusief documenten uit hun digitale postbus eBox, en je kunt er bijvoorbeeld ook je groeipakket in raadplegen, een dienstverlening die voor de meeste burgers intussen volledig automatisch verloopt. Op die manier is Mijn Burgerprofiel een sluitstuk van de vele digitaliseringsinitiatieven die de Vlaamse overheid de voorbije jaren genomen heeft voor de Vlaamse burger.
Daarnaast werk ik ook aan de oprichting – dat weet u – van het Vlaams Datanutsbedrijf later dit jaar, en in het kader daarvan het aanbieden van persoonlijke datakluizen aan de Vlaamse burgers. Daaromtrent hebben we vorige week donderdag een samenwerkingsakkoord met Doccle, het grootste platform voor digitale administratie in ons land, bekendgemaakt. Dat is uitgebreid in de Vlaamse media aan bod gekomen, zoals u waarschijnlijk zelf ook gemerkt hebt.
Ik geloof dat we als Vlaanderen ook trots moeten zijn op de pioniersrol die we vervullen met onder meer het gebruik van de Solid-technologie en de persoonlijke datakluizen die deze technologie mogelijk maakt. Het is er dus nog niet, dat zal in de loop van dit jaar uitgerold worden. In die vorige enquête kon daar natuurlijk nog niet naar verwezen worden. Deze initiatieven zetten Vlaanderen echt op de kaart als een absolute pionier in datatech en dit biedt een opportuniteit om een grotere beweging te starten in Vlaanderen omtrent innovatieve data- en technologietoepassingen. We moeten dit naar onze burgers toe brengen, maar evenzeer naar onze bedrijven en hun zo de mogelijkheid aanbieden om hun innovatiebereidheid en -vermogen te tonen en te valoriseren, ook in het buitenland.
U vroeg wat de stand van zaken was van de datakluizen. De persoonlijke datakluis op basis van Solid-technologie versterkt de privacy van de burger en zal ertoe leiden dat hij zijn persoonsgegevens digitaal veiliger en met een grotere transparantie en bewustzijn kan delen. Anderzijds zullen bedrijven volop kunnen inzetten op nieuwe businessmodellen die op basis van de beschikbaarheid van deze data mogelijk worden, terwijl ze aan de GDPR-richtlijn blijven voldoen. Vanaf het najaar 2022 zal elke Vlaamse burger over een gratis persoonlijke datakluis kunnen beschikken.
Een eerste toepassing van de persoonlijke datakluis is My Professional Data, die aan burgers toelaat om op een veilige wijze hun diploma en competenties te delen met derden. Hierbij ontzorgen we zowel de burger, overheid als ondernemingen.
Ondernemingen hebben immers nood aan een authentiek diploma, wat hen nu tijd kost om in te zamelen, en de burger kan soms een diploma verliezen. Deze diploma’s zullen nu steeds teruggevonden kunnen worden in de persoonlijke datakluis. Ook de overheid kan op deze wijze een belangrijke administratieve vereenvoudiging doorvoeren.
Het project persoonlijke datakluis bepaalt eveneens de gepaste regels en afspraken voor de deelnemers aan dit nieuwe data-ecosysteem. Zo legt het een fundament voor andere innovatieve dataprojecten. De achterliggende kluizeninfrastructuur is conform de Europese GDPR-wetgeving en kan meteen ingezet worden voor alle verder te realiseren projecten. Specifiek voor My Professional Data is een eerste realisatieproject in uitvoering in nauwe samenwerking met burgers en ondernemingen.
Een tweede toepassing van de persoonlijke datakluis is My Digital Move, die aan burgers toelaat hun domicilieadres en op termijn al hun contactgegevens in hun persoonlijke datakluis op te laden en na toestemming ter beschikking te stellen van derden. Bedrijven die van deze data gebruik willen maken, zijn zo verzekerd van de geldigheid en de juistheid ervan. Dit realisatieproject bevindt zich nog in de fase van analyse."
Stijn De Roo: "De Digimeter en de resultaten daarvan tonen aan dat de projecten van de Vlaamse overheid noodzakelijk zijn. Het vertrouwen van de burger moet verder omhoog. Er moet meer transparantie zijn. De Vlaming moet beter geïnformeerd zijn.
Ik kijk dus ook wel uit naar de acties en de campagnes die de komende maanden in de steigers staan. Ook de nieuwe processen, zoals die datakluizen, moeten we snel implementeren en snel uitrollen, zodat iedereen daarvan gebruik kan maken."
Het volledige verslag van mijn vraag om uitleg kan je hier nalezen.