Vlaanderen blijft inzetten op de digitalisering van de land- en tuinbouw

Publicatiedatum

Auteur

Stijn De Roo

Deel dit artikel

Recent bracht het Joint Research Center (JRC) van de Europese Commissie de digitalisering van de Europese land- en tuinbouwsector in kaart. Aan de hand van 1.444 respondenten uit 9 lidstaten werd onderzocht in welke mate Europese land- en tuinbouwers gebruik maken van digitale tools, hoe ze inzetten op datacollectie en -verwerking, en welke drempels en stimulansen ze daarbij ervaren.

Belgische land- en tuinbouwers werden niet bevraagd in het kader van het onderzoek.

Uit het onderzoek blijkt dat de adoptie van teeltspecifieke toepassingen trager verloopt dan die van algemene software. Het zijn voornamelijk de grotere land- en tuinbouwbedrijven die wel inzetten op teeltspecifieke toepassingen, en dit met het oog op efficiëntiewinsten, kostenbesparingen, naleving van de regelgeving en een hogere levenskwaliteit. De grootste drempels voor het aanschaffen van nieuwe technologie zijn de hoge kosten en een gebrek aan vaardigheden. De onderzoekers geven aan dat de faciliterende rol van overheidsinstellingen eerder beperkt is, maar daardoor juist over veel potentieel beschikt.

Op het vlak van datacollectie blijkt dat land- en tuinbouwbedrijven grotendeels inzetten op manuele tools in plaats van gespecialiseerde of automatische toepassingen. Bovendien wordt de verzamelde data zelden gedeeld met onderzoekers, agritech-ondernemingen of overheidsinstellingen. Nochtans zit ook daar veel potentieel: de opkomst van artificiële intelligentie vergt een grote hoeveelheid aan data die kan worden ingezet voor de digitale transformatie van de land- en tuinbouw, met een hogere operationele efficiëntie, een beter gebruik van grondstoffen en betere besluitvorming tot gevolg.

In Vlaanderen registreerden zich sinds de lancering in 2020 meer dan 3.000 landbouwers bij het datadeelsysteem DjustConnect, dat wordt gehost door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Het systeem laat landbouwers toe om hun gegevens te beheren en te delen met derden, waarbij ze steeds zelf de controle behouden. ILVO fungeert tevens als coördinator van CEADS (Common European Agricultural Data Space), een eengemaakt Europees deelplatform voor agri-data dat in 2026 operationeel wordt uitgerold.

Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) stelde hierover volgende vragen aan de bevoegde minister:

  1. In welke mate zijn de resultaten uit het onderzoek van het JRC volgens de minister van toepassing op de Vlaamse land- en tuinbouwsector?
  2. Op welke manier zet de minister in op de digitalisering van de Vlaamse land- en tuinbouwsector?
  3. Welke rol kan de Vlaamse overheid spelen in het ontwikkelen van de digitale vaardigheden in de land- en tuinbouwsector?
  4. Welk potentieel ziet de minister voor de adoptie en toepassing van artificiële intelligentie in de land- en tuinbouwsector? 
  5. Welke mogelijkheden ziet de minister om land- en tuinbouwers te stimuleren om hun data te delen, bijvoorbeeld via DjustConnect en binnenkort CEADS?

Minister Brouns antwoordde:

"Net zoals in andere sectoren is de digitale transformatie ook in de landbouwsector volop gaande. Ik vind het ook belangrijk om als overheid onze land- en tuinbouwers zo goed mogelijk te ondersteunen in deze transitie. Dat gebeurt door in te zetten op digitale geletterdheid, digitale adoptie en datadeling.

Voor elk van deze thema’s gaan mijn diensten in gesprek met landbouworganisaties en individuele landbouwers om de grootste uitdagingen en kansen te kunnen identificeren. Deze werkwijze wordt aangevuld met de belangrijkste bevindingen uit het meest recente wetenschappelijk onderzoek en de eigen data van ons Agentschap Landbouw en Zeevisserij.

Op basis van de eerste informatierondes met de sectororganisaties in Vlaanderen en het beschikbare wetenschappelijk onderzoek, kunnen we duidelijke parallellen trekken tussen de Europese bevindingen uit het rapport en de Vlaamse casus. Veel van die bevindingen uit het JRC-rapport kwamen ook naar voren tijdens het overleg met de sectororganisaties. Zo blijkt de hoge kost van nieuwe technologieën vaak een drempel, zijn privacy en veiligheid grote bezorgdheden wanneer het gaat om het delen van data en beschikken onze landbouwers niet altijd over de nodige vaardigheden om mee te kunnen draaien in die digitale molen, die digitale wereld.

Ik blijf vanuit het landbouwbeleid verder inzetten op de digitalisering van onze sector. Dat is een combinatie van onderzoek en demonstratie naar nieuwe technologieën in de vorm van demo- en de bekende EIP-projecten (European innovation partnership), VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) voor de aankoop van technologische innovaties, subsidies die het innovatief werken belonen, denk bijvoorbeeld aan de ecoregeling voor precisielandbouw, en een kennisportefeuille die bijdraagt aan op maat gemaakte kennisdeling.

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij trekt volop de kar van digitalisering door zijn dienstverlening voor 100 procent digitaal aan te bieden én de landbouwers via selfservicekanalen, zoals het e-loket of de LV-AgriLens-app (Landbouw en Visserij), een overzicht te bieden van hun persoonlijk ingediende dossiers, van de laatste communicatie en van de informatie die over hen bekend is bij het agentschap.

Landbouwers krijgen een blijvende ondersteuning in het gebruik van deze tools via het klantencontactcenter van het agentschap.

Digitalisering brengt natuurlijk niet veel op als land- en tuinbouwers niet over de nodige digitale vaardigheden beschikken. De nood aan opleiding blijft op dit vlak hoog.

Zoals vermeld in mijn beleidsnota zal ik deze legislatuur de reguliere GLB-instrumenten (gemeenschappelijk landbouwbeleid) blijven inzetten op de verbetering van de digitale geletterdheid van de Vlaamse landbouwers. We willen het huidige, brede aanbod aan digitale opleidingen bij de erkende centra voor naschoolse vorming nog beter afstemmen op de specifieke noden van de Vlaamse land- en tuinbouwers. Dit doen we door middel van thematische oproepen. Ik geef een voorbeeld ter illustratie. De oproep voor vormingsprojecten die deze maand afliep, stond in het thema van ‘smart farming’.

Daarnaast worden binnen de bevoegdheid van collega Diependaele onderzoeksprojecten opgestart die het Vlaamse data-ecosysteem helpen in kaart brengen en die ook kunnen helpen om land- en tuinbouwers de weg te tonen naar digitale tools.

Binnen de Vlaamse overheid zetten we in op de Vlaamse Digitale Strategie, waarmee digitale basisvaardigheden ondersteund worden.

We kunnen dezer dagen niet spreken over digitalisering zonder het te hebben over AI. AI biedt aanzienlijke kansen voor de verdere verduurzaming en efficiëntieverhoging van de Vlaamse land- en tuinbouwsector.

Ik denk dan bijvoorbeeld aan precisielandbouw, maar ook precisieveehouderij, waarbij dierengezondheid en dierenwelzijn verbeterd kunnen worden via de automatische detectie van ziektes, afwijkend gedrag of stress op basis van camerabeelden, sensoren en geluids- of geuranalyse. Ook robotica en voorspellende analyses zijn beloftevolle toepassingen van AI.

De Vlaamse AI-agenda en het AgriFoodTEF-initiatief (Test and Experimentation Facility), gecoördineerd door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, ondersteunen bedrijven en onderzoekers om AI-toepassingen te testen, te valideren en op te schalen in realistische omgevingen.

Wat het delen van data betreft, ben ik ervan overtuigd dat er vele voordelen aan verbonden zijn. DjustConnect zet samen met ketenpartners in op het tastbaar maken van deze voordelen. De applicaties gekoppeld aan DjustConnect verminderen de administratieve last en het onnodig dubbel invoeren van gegevens. Dit verklaart het hoge aantal instemmingen om data te delen bij de geregistreerde land- en tuinbouwers. DjustConnect ondersteunt ook actief in het naleven van regelgeving, certificering en duurzaamheidsrapportage.

Het is cruciaal dat, wanneer landbouwers hun data delen, dit veilig kan gebeuren, wanneer zij daar toestemming voor geven en zonder daarbij de controle over het gebruik ervan te verliezen. Er wordt daarom ingezet op het vertalen van de informatie van de Europese wetgeving op maat van landbouwers en ketenpartners en op het informeren van landbouwers, onder andere via de Common European Agricultural Data Space, waar ILVO een van de partners is, en het COOCK-project (Collectief Onderzoek & Ontwikkeling en Collectieve Kennisverspreiding/-transfer) ‘Data-economie voor de Vlaamse agrovoedingssector’ van ILVO, dat mee gefinancierd wordt vanuit het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) onder de bevoegdheid van minister-president Diependaele."

Stijn De Roo: "Er is nog veel onderbenutte data voorhanden in de Vlaamse land- en tuinbouwsector. Technologie kan een oplossing zijn voor problemen op het vlak van efficiëntie, milieu en levenskwaliteit. Het eigenaarschap over die data moeten we evenwel bij de landbouwer zelf houden."

Je kan de vraag van Stijn herbekijken via deze link.

Nieuws

18 Gentse scholen namen deel aan sensibiliseringscampagne rond fietsverlichting

Fietsverlichting is cruciaal voor de veiligheid van fietsers. Heel wat scholen, organisaties en bedrijven ondernemen daarom actie om de zichtbaarheid te verhogen.

Vernieuwingswerken brug N9 over Afleidingskanaal starten midden 2026

In het geïntegreerd investeringsprogramma voor 2025-2027 dat op 14 juli 2025 werd goedgekeurd, werd 7.000.000 euro gereserveerd in 2026 voor het vernieuwen van de brug van de N9 over het Afleidingskanaal.

Vlaanderen werkt aan Code Goede Praktijken voor vul- en spoelplaatsen

Het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik tot 2027 maakt deel uit van het door de EU-Richtlijn 2009/128/EG geplande Nationale Actieplan NAPAN. In het Actieplan is bepaald om over vul- en spoelplaatsen “de knelpunten in VLAREM rond de aanleg en vergunning ervan aan te pakken.”