De vereniging van Belgische en Nederlandse drinkwaterbedrijven die Maaswater gebruiken als bron van drinkwater (RIWA-Maas) riep op 5 september 2022 in een persbericht op om de waterkwaliteit van de rivier, zeker tijdens de lage waterstanden, beter en strenger te bewaken. De Maas wordt namelijk verontreinigd door industriële lozingen en door incidenten waarbij veel industriële stoffen in het water terechtkomen.
Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) informeerde bij bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) welke initiatieven de Vlaamse overheid de afgelopen tien jaar genomen heeft om de Maas als bron van drinkwater te beschermen en welke initiatieven nog deze legislatuur zullen genomen worden.
De minister antwoordde dat het deel van het Maasbekken dat in Vlaanderen ligt, beperkt is tot een strook langs de grens met Nederland (provincie Limburg en provincie Antwerpen). Het Albertkanaal wordt wel gevoed met water van de Maas en dit ter hoogte van Luik. Het Vlaams gewest is niet bevoegd voor die bovenstroomse aanvoer en heeft bijgevolg weinig rechtstreekse impact op het beschermingsbeleid van het bovenstrooms deel. Vlaanderen zetelt in de Internationale Maascommissie, een forum waar grensoverschrijdende knelpunten en een grensoverschrijdende beheersaanpak afgesproken en uitgewerkt worden en waar Vlaanderen een actieve rol in opneemt. Daarnaast is Water-link lid van RIWA en wordt structureel betrokken.
Het Albertkanaal is een belangrijke bron van drinkwater. Het aantal lozingen in het Albertkanaal wordt daarom bewust zeer beperkt gehouden om deze bron te beschermen. Bij het geven van adviezen rond lozingen in het kanaal wordt rekening gehouden met het feit dat dit water gebruikt wordt voor de productie van drinkwater. De VMM vraagt systematisch advies aan water-link bij vergunningsaanvragen. Dat advies wordt mee geïntegreerd in het VMM-advies. En bij de beoordeling van de impact van een lozing wordt in eerste instantie rekening gehouden met worstcase-omstandigheden bij het droogweerdebiet van de waterloop.
De VMM neemt waterstalen van het afvalwater bij bedrijven. De afspraak is dat de VMM dubbele stalen neemt bij relevante bedrijven waarvan water-link er één krijgt om screenings op uit te voeren. Op die manier kan water-link gericht meten en kan er op zoek gegaan worden naar die stoffen die in het Albertkanaal zouden kunnen voorkomen.
Daarnaast neemt Water-link in het kader van de risicobeheerstrategie, die in uitvoering van de Vlaamse regelgeving wordt uitgerold, ook stalen op de Maas in de panden gelegen in Wallonië om tijdig nieuwe bedreigingen te kunnen oppikken.
De wetenschappelijke evoluties met betrekking tot ‘emmerging pollutants’ worden van nabij opgevolgd en deze kennis wordt waar nodig en mogelijk omgezet in passende regelgeving.
In het nieuwe VLAREM aanpassingsvoorstel “lozing van bedrijfsafvalwater” dat op 16 september werd voorgelegd aan de Vlaamse Regering en dat momenteel in goedkeuringsprocedure zit, wordt ook opgenomen dat de exploitant de emissies naar water in kaart moet brengen door een overzicht van de afvalwaterstromen op te stellen en actueel te houden. Hierin moeten onder meer de karakteristieken van het geloosde bedrijfsafvalwater opgenomen worden, ook voor nog niet eerder vergunde te verwachten gevaarlijke stoffen. Daarbij moet minstens gekeken worden naar de stoffen die in de inrichting geproduceerd of gebruikt worden of tijdens het proces gevormd worden. Op die manier wordt maximaal vermeden dat gevaarlijke stoffen toch zouden geloosd worden zonder vergunning.
Stijn De Roo: “Gezien de evolutie van het klimaat en de regelmatige aanhoudende periodes van droogte is elke drinkwaterbron bijzonder belangrijk. Vandaar dat strenge waterkwaliteitscontrole wenselijk is zodat de Maas als drinkwaterbron in de toekomst zeker kan behouden blijven!”